DE KOLONIALE POLITIEK VAN HET NIEUWE ITALIË

daarna terechtgesteld werd. Gelijktijdig had Italië langs de Egyptische grens een 270 km lange prikkeldraadversperring doen aanbrengen, waardoor de invoer van wapens grootendeels werd tegengegaan. Een groot deel der opstandelingen was reeds vooraf in concentratiekampen opgesloten, waar vervolgens ieder werd en wordt heen gevoerd, die zich ondanks herhaalde aansporingen nog niet heeft aangemeld. Daarmede geldt Cyrenaïca voor gepacificeerd, als Cirenaica fiacificata. Alle inboorlingen worden in gesloten nederzettingen ondergebracht en scherp bewaakt; slechts met toestemming der overheid mogen zij hun woonplaats verlaten. Eerst zal de kolonisatie van het open land met Italiaansche kolonisten plaats hebben, voordat men er zich weer inboorlingen laat vestigen. Hij, die de vroegere onveiligheid van het land kent, waardoor elke ontwikkeling er van onmogelijk werd gemaakt, zal moeten toegeven, dat een andere methode dan die, welke door den onder-gouverneur generaal Graziani werd toegepast, bezwaarlijk te vinden was, als het Italiaansche gezag er gehandhaafd zou blijven.

De Senoessikwestie moest hier uitvoeriger besproken worden, daar zij een verklaring geeft van alle in den laatsten tijd genomen maatregelen. Italië rekende er beslist mede, dat het verzet gebroken zou worden en begon reeds met den bouw van steden, den aanleg van boerderijen in het binnenland, den bouw van spoor- en straatwegen, terwijl het leger nog met de opstandelingen streed. De aanplantingen konden zich in die periode wel is waar nog niet ontwikkelen, de treinen reden alleen onder beschutting van machinegeweren, de wegwerkers moesten door soldaten bij den arbeid tegen aanvallers beschermd worden. Toen echter de noodige veiligheid verkregen was, waren de plannen reeds in een stadium van uitvoering en konden thans met spoed voortgezet worden. Daar men inzag, dat niet de spoorweg, doch de auto het belangrijkste verkeersmiddel zou vormen, werd vooral aan den wegenaanleg veel zorg besteed. Twee groote straatwegen, ongeveer evenwijdig met de kust, op den Dsjebel, met zijtakken tot onderlinge verbinding en met de kust, en twee hoofdwegen, die van Bengasi uit straalsgewijze naar het zuiden loopen, zullen het geraamte van het wegennet vormen. Van

W. B. I. 1935.