VAN HET BRITSCHE RIJK

zijn van haar imperiale plichten op te voeden, opdat het tweede rijk niet den weg van het eerste zou gaan. En in gewijzigden vorm is heden ten dage een dergelijke gedachtengang als regel in het Britsche openbare leven op te merken, in de eerste plaats in den kring der politici die eene vrije samenwerking met de dominions op het oog hebben, zooals deze voornamelijk door het tijdschrift „Round table" vertegenwoordigd wordt. Het eerste rijk is in elkaar gestort — zoo ongeveer is hier de gedachtengang —, uit het tweede heeft zich echter reeds een nieuw, een derde, ontwikkeld, waarvan het grondbeginsel de vrije samenwerking van moeder- en dochternaties is, geen „Empire" meer, maar de gemeenschap der Britsche naties, „the British Commonwealth of Nations", zooals de nieuwe uitdrukking luidt.

In werkelijkheid heeft het onafhankelijk worden van Amerika niet er toe geleid, dat men in het vervolg geheel andere methoden gebruikte en welbewust een nieuwen opbouw van het Rijk ondernam. De oude gedachtengang heeft veeleer nog ongeveer twee menschenleeftijden lang in de koloniale politiek doorgewerkt.

En toch moeten wij, juist in verband met den vorm, dien het vraagstuk tegenwoordig heeft aangenomen, in de laatste decaden van de 18e eeuw een ingrijpende scheidingslijn binnen de ontwikkeling van het Britsche rijk zien. Want het geheele karakter der expansie is toen veranderd, de verhouding van de overzeesche wereld tot de Europeesche is voortaan een geheel andere geworden. En wel door de vele veranderingen in de periode van de Fransche revolutie en Napoleon, door de gevolgen van de politieke schokken waarvan de vrijheidsoorlog der Vereenigde Staten in zekere mate slechts de inleiding vormt, niet minder dan door het groote proces van de maatschappelijke omwenteling, die juist toen in Engeland plaats greep en die wij, slechts ten deele juist, de industrieele revolutie plegen te noemen.

De koloniale politiek in het tijdperk van het vroege kapitalisme werd gekarakteriseerd door den wedijver der Europeesche machten om zich den toegang tot de groote overzeesche bronnen van rijkdom te verzekeren. Nu werd die wedstrijd, welke ten slotte den vorm van een meer dan een

w. B. III. 1934. 5