TIJDENS DE REGEERING VAN AUGUST DEN STERKE

De aanwezigheid in een vitrine van een uiterst zeldzaam gekleurd exemplaar van een album van het Carrousel1) van 1662, in schitterenden staat bewaard gebleven, liet de meer Fransche dan Italiaansche bronnen ontwaren, waaruit op dat gebied eveneens de smaak des konings had geput.

Men kon in eenzelfde zaal van de tentoonstelling de groote ontwerpen zien door de Bodt's, de Longuelune's, de Pöppelmann's en de Chiaveri's vervaardigd, teneinde aan den smaak van den souverein voor bouwwerken te voldoen: het Japansche Paleis, Grossedlitz, Hubertusburg, Pillnitz en Moritzburg, zonder van de gebouwen in de hoofdstad te spreken en naast die prachtige getuigenissen van den rijkdom en de weelde van een vorst, die voor twee eeuwen het beeld van zijn land heeft geschapen, een verblindende reeks aquarellen en krijtteekeningen, waaruit de brooze en verleidelijke décors van de galante feesten herleven van een bewind, dat wellicht nog verkwistender was in de amusementen dan in al het andere. Overal was het bijna alsof men thuis was; het is het plan van Marly — klein hoofd-kasteel, aparte paviljoens en een groot bassin, waaromheen parallel loopende rijen beukenlanen — dat aanvaard is en dat nog heden, verminkt, voortleeft in den Grooten Tuin nabij de stad, waar de feesten bij dag en bij nacht werden gegeven; het is de Fransche tuinaanleg, die zich overal doet gelden; het meest geoefende oog kan in de theater-costumes en maquettes ternauwernood eenig eenvoudig uit de streek afkomstig accent ontdekken. En die Mare Dubois, die een groot gedeelte ervan te zamen met den Italiaan Alessandro Mauro onderteekent, is overigens zonder twijfel een Franschman. Hier plaatst zich geen enkele buitenlandsche arbeider tusschen het model, den ontwerper en ons; het zou alleen interessant zijn te weten, wat er van de verwezenlijking terecht is gekomen.

Het prestige van onze beschaving kwam hier, evenals overal elders in Europa, nog eens duidelijk uit in het doorloopende gebruik van het Fransch in het maatschappelijke leven. De „Club der anti-matigen", die vrij gemakkelijk openstond voor de mannen uit de onmiddellijke omgeving van

1) Het feest van het Carrousel werd door Lodewijk XIV op 5 en 6 Juni van dat jaar te Parijs gegeven op de plek tusschen het Louvre en de Jardins des Tuileries, welke thans dien laatsten naam draagt. (Vert.)