BESCHERMING TEGEN GIFGASSEN.*

Om menschen en huisdieren tegen de inwerking van vergiftige stoffen in de omringende lucht te beschermen, kan men elk afzonderlijk van een beschermingsmiddel voorzien of een kleiner of grooter groep menschen in een gasdichte ruimte van de vergiftigde buitenlucht afsluiten.

Een kort historisch overzicht moge ons allereerst aantoonen, dat de nu gebruikelijke beschermingsapparaten tegen vergiftige gassen ten minste in beginsel niet juist een product van den modernen tijd zijn.

Reeds in de Middeleeuwen hield men zich bezig met het vraagstuk der bescherming tegen gifgassen. In de aanteekeningen van Leonardo da Vinei, die vestingbouwmeester van Cesare Borgia was, kan men een passage vinden, waar wordt aanbevolen bommen, gevuld met arseensulfide, kalk en kopergroen (koperacetaat), op de vijandelijke schepen te slingeren om de tegenstanders te verdooven. Tot eigen bescherming tegen mogelijk terugwaaiend kruit moet men een natten doek voor het gelaat houden, een methode, die wij in het begin van den oorlog nog gebruikten. Dit zelfde beschermingsmiddel nam men te baat bij het uitbreken van pest en cholera om den „damp" tegen te houden, die volgens de toenmalige beschouwingen de oorzaak zou zijn van deze vreeselijke ziekten.

Terwijl dit voorloopers zijn van onze tegenwoordige filterapparaten, komen tegen het einde van de achttiende eeuw de eerste versche-lucht- en zelfs zuurstofapparaten. Ook hier is de baanbreker weer één van de grootste mannen: Alexander von Humboldt. Hij ontwierp ter bescherming tegen de ver-

*) Ontleend aan „Der Naturforscher", jaarg. X, afl. io, Hugo Bermühler Verlag, Berlin-Lichterfelde.