BESCHERMING TEGEN GIFGASSEN

centimeter, zet zich eerst na eenige uren geheel af, terwijl het gewone stof van de straat in enkele minuten weer neergedaald is.

Hoe groot zijn de deeltjes, die door een als een zeef werkend filter nog juist kunnen worden tegengehouden? In ieder geval zullen deeltjes met een doorsné le, die grooter is dan de wijdte van de filteropeningen, tegengehouden worden. In de practijk kan men echter bij de keuze van zulk een filter een bepaalde nauwte van de openingen niet overschrijden, daar anders ook de luchtstroom te sterk geremd en daarmee de weerstand voor de ademhaling te hoog zou worden. De ervaringen met een laag van watten als filter hebben evenwel gelukkig aangetoond, dat daardoor ook deeltjes worden tegenge*- ^uden, die beslist kleiner zijn dan de opr juigen, wanneer deze laag maar dik genoeg is. Hoe is deze eigenaardige eigenschap te verklaren? Men kan zich voorstellen, dat een groot aantal van de met den luchtstroom er in gebrachte deeltjes tengevolge van hun volhardingsvermogen op een bepaalde plaats tegen elkaar stooten en aan elkaar blijven vast zitten. Een deel echter zou met den luchtstroom mee alle hindernissen in den vorm van vooruitspringende hoeken zeker vermijden en het filter dus passeeren. Maar bij deeltjes van deze grootte is de eigen bew^ nng al zoo sterk, dat ze zich slechts in een uitgesproken zigzaglijn kunnen voortbewegen en hierbij de mathematische waarschijnlijkheid van het tegen filterdeelen botsen tot zekerheid wordt.

Moleculair verdeelde stoffen gaan ongehinderd door het wattenfilter heen; deze tegen te houden is de taak van de beide andere lagen van het ademhalingsfilter. Zeer veel vergiftige gassen worden door de laag kool voldoend*" /astgehouden en wel door adsorptie. Houtskool, vooral in den vorm van actieve houtskool, bezit de eigenschap gassen en dampen in dikwijls verbazingwekkend groote hoeveelheden uit de lucht door adsorptie vast te houden. De adsorbeerbare hoeveelheid hangt in hoofdzaak af van den dampdruk van de stof, dus weer van een physische eigenschap en niet van zijn chemische samenstelling. De adsorptiewerking van de houtskool wordt bevorderd door het groote oppervlak, dat door de poreusheid van houtskool met het gas in aanraking is. De