ZWEDEN: HET LAND, WAAR HET KAPITALISME AAN BANDEN IS GELEGD.*

Wanneer iemand in dezen tijd van malaise en chaos een plekje op aarde zou moeten aanwijzen, waar de Westersche beschaving tot nog toe het hoogste welstandspeil had bereikt, zou hij niet ver behoeven te zoeken en kunnen volstaan met Scandinavië te kiezen. Daaronder zou behalve het eigenlijke Scandinavische schiereiland van zelf ook Denemarken begrepen zijn, dat daarmede door banden des bloeds en door gelijkheid van beschaving innig verbonden is. En met welstandspeil zou men dan bedoelen den grootsten welstand voor het grootst aantal personen; een beschaving waarin alle kunsten en wetenschappen van het Westen samenwerken, om den mensch in comfort en vrede te doen leven te midden van een hooge mate van schoonheid, orde en netheid.

De Scandinavische landen hebben zich gedurende de laatste honderd jaren ontwikkeld, min of meer afgezonderd van de nationale en politieke woelingen van het vasteland van Europa. Behoudens een gezonde nationale rivaliteit hebben zij in vrede en eensgezindheid geleefd. In de laatste drie of vier tientallen van jaren hebben zij geleidelijk iets tot stand weten te brengen, wat in menig opzicht een nieuwe goedkoopere levenswijze kan genoemd worden. Zij hebben een opzettelijke binnenlandsche bezuinigingspolitiek gevoerd. Overal waar het directe belang van den consument er mede gemoeid was — bij de eerste levensbehoeften als huisvesting, voeding, licht, verwarming, kleeding — is het particuliere winstbejag op drastische wijze ingetoomd of uitgeschakeld.

* Ontleend aan ,,Harpers Monthly Magazine", New-York, September 1933.