HET EEUWFEEST

schap. Vóór hem waren er, kan men zeggen, archeologen, maar was er geen middeleeuwsche archeologie.

Hoewel het Génie du Christianisme en het boek De l'Allemagne de geesten voor de studie van de Middeleeuwen geschikt hadden gemaakt, zou het niet billijk zijn de rol te vergeten, die de Benedictijnen bij die langzame voorbereiding hadden gespeeld. Van de XVIIe eeuw af hadden zij zich aan het bestudeeren der charters en van de documenten van ons Middeleeuwsche tijdperk gewijd. Les monuments de la Monarchie francaise verschenen van 1729 tot 1733. Le Recueil des historiens des Gaules et de la France werd in 1750 ondernomen.

Verder had Soufflot, de architect van de Sainte-Geneviève er niet tegen op gezien om in een Verhandeling, den I2en April 1741 aan de Académie de Lyon aangeboden, hulde te brengen aan de Gothische monumenten en meesterwerken.

Maar een andere invloed teekende zich daarop zeer duidelijk af, die van Engeland, dat voortdurend met Normandië in betrekking stond en daar, veel eerder dan in eenige andere Fransche provincie, den zin voor de archeologie ontwikkelde.

De Beaurepaire herinnert er in een meesterlijke studie, die hij aan Arcisse de Caumont wijdde, te rechtertijd aan, hoezeer de Engelschen der XVIIIe eeuw zich met de kunst der Middeleeuwen bezighielden. Hij haalt ter staving van die stelling de werken en onderzoekingen aan van Langlay, Bentham, King, Warton, Milner, Sydney Hawkins, Britton en van Whittington.

Onze buren aan de overzijde van het Kanaal hebben altijd hun afstamming in trotsche vereering gehouden. Zij bezitten slechts weinige antieke monumenten, maar hun land werd daarentegen, onmiddellijk na de verovering, met bouwwerken, overdekt, op welke zij zich terecht beroemen. Die bouwwerken stammen rechtstreeks uit Normandië.

Dat bracht Ducarel er toe om een studiereis naar Normandië te maken, teneinde de monumenten, die hij vereerde, beter te begrijpen. De reis had in 1752 plaats. In 1767 verschenen te Londen de Anglo-Norman antiquities considered in a tour through a part of Normandy, waarvan de vertaling door Léchaudé d'Anisy in 1823 te Caen werd gepubliceerd.