HOE GROOT-BRITANNIË WEDER OPLEEFDE

denkbaar beroep kon gedaan worden op een zoo groote klasse om te bewilligen in een reductie van zijn eigen inkomsten? Het was echter niet onmogelijk, en het beroep dat gedaan werd, was het eenige dat als doelmatig was te beschouwen, t.w. een beroep op eigenbelang. Het succes lag in de toestanden die ten tijde van het beroep bestonden. De binnenlandsche industrie lag stil; geldbelegging in het buitenland bood niets aanlokkelijks en werd officieel afgeraden. Het voor belegging beschikbare geld hoopte zich op zonder een bestemming te vinden. De conversie kon slechts slagen, wanneer het terrein der binnenlandsche belegging hopeloos somber er uit zag en wanneer de eenige veilige belegging ter wereld scheen te zijn een schuldbekentenis van de Britsche regeering zelf tegen een lagen rentevoet.

De omstandigheden waren de Nationale regeering gunstig, daar de binnenlandsche vooruitzichten somber genoeg waren. Zij spande al haar krachten in om haar begrooting sluitend te maken en haar prestige op de geldmarkt te herstellen. En toen ging zij de markt zoo brutaal manipuleeren als ooit de meest kwaadaardige speculanten van Wall Street gedaan hadden. Zij sprak den ban uit over elke nieuwe kapitaalemissie, die niet van regeeringswege gesanctionneerd was; zij verbood alle nieuwe emissies aan buitenlandsche leeners. Na aldus zooveel mogelijk ertoe te hebben bijgedragen, dat het aanwenden van kapitaal voorloopig geen winst kon opleveren, ging zij wachten totdat de waarde van staatsfondsen ging rijzen. En zij gingen omhoog. De markt reageerde daarop door als vaststaand aan te nemen, dat de dagen van vijf percent voor goed voorbij waren. De staatsfondsen begonnen verhandeld te worden tegen zoodanigen koers, dat zij vier, drie en drie kwart, ten slotte drie en een half percent rente gaven.

Toen het zoo ver gekomen was, kondigde de Regeering haar conversie-plan aan. Volgens de voorwaarden van de oorlogsleening konden haar obligaties a pari afgelost worden. Het Ministerie van Financiën maakte bekend, dat het op een gegeven datum de leening volledig zou aflossen of alle uitstaande obligaties zou inruilen tegen nieuwe met drie en een half percent rente. Een kleine premie werd geboden aan hen, die converteerden, doch het was slechts een