HET VRAAGSTUK VAN STAAT EN KERK

te trachten leering te trekken uit wat er om ons heen gebeurt en ons te laten oproepen, niet tot uitbarstingen over het verschrikkelijke daarvan of tot een schouderophalen, dat niets kost en niets beteekent, maar tot ernstig meeleven en nadenken.

De beweging der gezamenlijke kerken (de oecumenische), die in de laatste jaren is ontstaan en tot de meest verblijdende teekenen in het kerkelijk leven van den jongsten tijd behoort, heeft dan ook spoedig de algemeene beteekenis van deze vragen begrepen en zich ten doel gesteld, er grondig aandacht aan te schenken en belangstelling ervoor op te wekken. Voornamelijk geldt dit voor dat deel der eenheidsbeweging, waaraan aartsbisschop Söderblom het eerst leiding heeft gegeven, de beweging voor „Leven en Arbeid" (Life and Work) of, zooals zij buiten de Engelsch sprekende wereld bij voorkeur genoemd wordt, voor „Practisch Christendom".

Kenmerkend voor die beweging is, dat zij de kerken tracht te vereenigen en de eenheid in de kerk tracht te bevorderen ten deele door een gemeenschappelijk vroom leven, zich uitende in gebed en godsdienstoefening, ten deele door gemeenschappelijk sociaal-ethisch werk van practischen en theoretischen aard. Naast de godsdienstige geloofsbelijdenis wil zij gaarne een ethisch „credo" stellen, dat helder en krachtig uitdrukking kan geven aan de ethische taak van het Christendom en de Christelijke kerk in het leven van de maatschappij en van ieder afzonderlijk.

Met innerlijke noodzakelijkheid heeft zich dan ook de vraag van de verhouding van het Christendom en de kerk tegenover den staat, zooals die zich tegenwoordig doet gelden, opgedrongen aan hen, die binnen de Protestantsche kerken alsmede de Anglicaansche en de Grieksch-Orthodoxe kerk bovenbedoelde beweging vertegenwoordigen (de RoomschKatholieke kerk heeft, zooals bekend, geweigerd aan dien gemeenschappelijken arbeid deel te nemen). En indien de groote kerkelijke Conferentie, die in Augustus 1934 opFanö in Denemarken werd gehouden, waarin de wereldconferentie voor practisch Christendom samenkwam met de Wereldalliantie tot bevordering van vriendschap tusschen de volken door de kerken, indien die Conferentie meerde aandacht trok