HET INTERNATIONALE GELDWEZEN

in zijn verslag tegen verandering adviseerde, is er toch een niet onder woorden te brengen smet van financieele tooverij op de Oude Dame van Threadneedle Street komen te rusten.

Indien deze analyse juist is, is het waarschijnlijk zelfs belangrijker voor de City om haar positie in eigen land opnieuw te bevestigen dan om haar belangen in het buitenland te verdedigen. Om dit doel te bereiken, zal propaganda, waarvan in den laatsten tijd veel uitingen waren op te merken, zeer zeker niet voldoende zijn, al is een helderder begrip van het financieele stelsel van de zijde van het groote publiek klaarblijkelijk wel wenschelijk. Boven alles is een practisch bewijs noodig, dat voor de City de Britsche belangen vóór alles gaan. Vele jaren heeft de indruk bestaan, dat Londen zich meer interesseerde voor het werken voor Zuid-Amerikaansche regeeringen en de Duitsche industrie dan voor Britsche zakenlieden. De kleine man, de kleine onderneming in het bijzonder scheen groote moeite te hebben om schikkingen op langen termijn te verkrijgen, die niet door de gewone banken werden ingewilligd. Zooals de Financial News het in een artikel van recenten datum uitdrukte, is menig verdienstelijk zakenman uit de provincie, opgevoed in het vrome geloof, dat de City de plaats is, die zorgt voor de financiën van de Britsche zakenwereld, diep teleurgesteld naar huis teruggekeerd. Deze leemte werd vermeld in het Macmillan-rapport, en in den laatsten tijd zijn er vele instellingen ontstaan met het doel om haar aan te vullen. Er bestaat veel reden om aan te nemen, dat zoowel de politiek als de omstandigheden, zooals de overvloed van beleggingsfondsen en de klaarblijkelijke onzekerheid van den internationalen toestand, een verdere ontwikkeling in deze richting zal ten gevolge hebben, en ondernemingen, die groot zijn geworden in het tijdperk van economisch internationalisme, zullen nopen meer en meer aandacht te schenken aan binnenlandsche nooden.

En toch kan men niet nalaten te gevoelen, dat er nog iets anders noodig is. De City moet zich zuiveren van de verdenking, dat het slechts wacht op het oogenblik om weer de oude wegen in te slaan. In quaesties zooals de gouden standaard worden haar inzichten, als zijnde klaarblijkelijk bevooroordeeld, onvermijdelijk met wantrouwen beschouwd. Het is