METEOOR-SPECTRA EN HUN BETEEKENIS VOOR DE

kijker draaien. Het spoor van den meteoor werd daardoor onderbroken, waardoor men ook de snelheid van de vallende ster berekenen kan.

Nog zeldzamer dan de fotografische opname van een meteoor, is de waarneming van haar spectrum. Alexander Herschel, een zoon van John en een kleinzoon van Wilhelm Herschel, is de eerste geweest, wien dit gelukt is. Hij had aan zijn sterrenkijker een prisma-apparaat aangebracht, om het spectrum van de bekende vaste ster Capella te onderzoeken, toen een iets helderder meteoor het gezichtsveld kruiste en haar spectrum voor korten tijd zichtbaar werd. Later hebben Secchi, von Konkoly, Browning e.a. zulke waarnemingen herhaald. Zooals de kans, om een bliksemlicht in den spectroscoop te krijgen, bijzonder gunstig is bij sterk onweer met ver zichtbare bliksemschichten, zoo is dit bij meteoren het geval in den tijd van de groote sterrenregens, vooral in Augustus. Terwijl evenwel de waarnemers van bliksem-spectra hoofdzakelijk heldere lijnen hebben waargenomen, namelijk die van de atmosferische gassen, spreken de mededeelingen omtrent meteoor-spectra weliswaar ook van heldere lijnen, maar hiervan wordt vermeld, dat zij een gekleurden achtergrond hadden. In drie vierden van alle gevallen viel de gele natrium-lijn den waarnemers op; daarnaast werd het meest een sterke groene magnesiumlijn waargenomen, die, wanneer ze overheerschend was, met een levendige smaragd-kleur van den meteoor door het oog (zonder spectroscoop) werd waargenomen.

Is nu al de fotografische opname van een meteoor of de waarneming van zijn spectrum een gelukkig toeval, dit is in nog meerdere mate het geval met het fotografeeren van het spectrum van een meteoor. Dit heeft in een menschenleeftijd negen maal plaats gehad.

Het objectief-prisma is een vlakke wig met een geringe kleurdispersie, die ter grootte van het objectief vervaardigd is en op het objectief wordt aangebracht. Door het objectief gaan dus van iedere ster slechts enkele bundels parallele stralen. Deze zouden in het brandvlak van het objectief een parelsnoer vormen, wanneer dit niet van elkaar getrokken werd doordat de brekende kant van het prisma parallel is