VAN HET PUBLIEK

schappelijke denkbeelden. Helaas schijnt het laatste dichter bij de waarheid te zijn.

Er was een tijd, dat de schrijver van een wetenschappelijk onderwerp een belangrijke geestelijke inspanning van zijn lezers vergde, als een opoffering passende bij de waardigheid van het onderwerp. Hij wees hen den steilen en doornigen weg naar den hemel en gaf hen leiding als zij bereid waren hem te volgen. Tegenwoordig zijn wij al te gemeenzaam met den gemakkelijken weg naar het eeuwige vuur. Schrijvers als Ball en Lockyer beschreven niet alleen hun wetenschappelijke vondsten; zij gaven ook aan hoe zij daartoe waren gekomen en deden beroep op het verstand voor het waardeeren van den gevolgden weg, zoowel als voor bewondering van de uitkomsten. De moderne opvolgers van deze mannen zijn te zeer geneigd alleen de uitkomsten mede te deelen, aantrekkelijk gemaakt door een inkleeding met paradoxen, en den toegang tot den weg, waarop deze bereikt zijn af te sluiten door een geheimzinnigen wachter, die met den vinger op de lippen een magisch woord fluistert, ā€˛Wiskunde". De uitwerking is onvermijdelijk. De lezer vindt het niet alleen aardig, maar voelt zich ook vrij wetenschap te hulp te roepen tot steun van welke wijsgeerige of godsdienstige dogma's hij ook moge 'aanhangen, daar het paradoxe zich gemakkelijk laat gebruiken zelfs voor tegenstrijdige geloofsovertuigingen. Elk gewetensbezwaar, dat hij misschien zou gevoelen door dezen koninklijken weg naar wetenschappelijke kennis te kiezen, wordt weggenomen door de overtuiging, dat hij niet zelf behoeft te denken, daar de bewijsvoering toch boven zijn macht gaat. Het is geen wonder, dat in den tijd waarin de wetenschap het moeilijkst is, zij tevens het meest populair is.

Laten wij, om een bepaald voorbeeld te kiezen, een der meest sprekende onderwerpen van de nieuwere wetenschap onder handen nemen, de leer der ongedetermineerdheid. Het wordt algemeen verkondigd, dat de moderne wetenschap bepaald ondeterministisch is en dat wij daarom niet alleen mogen gelooven in de vrijheid van den wil als we dit wensen en (wat wij natuurlijk altijd konden doen), maar dat wij in de wetenschap daarvoor steun vinden. Dit denkbeeld, uitgegaan van geleerden van het hoogste gezag, is doorge-