DE KWESTIE VAN HET SAARGEBIED

voordeelen, van welke het automatisch verzekerd zou zijn door een plebisciet in het Saargebied, zal afstaan en dat, niettegenstaande ook wij aan een normale economische samenwerking met onze buren van het Westen hechten....

„Men moet dus aan de oevers van de Seine niet op eenigerlei concessie van Duitschland betreffende de verdediging der Duitsche belangen rekenen. Per slot van zaken heeft het plebisciet in het Saargebied geen andere beteekenis dan een zuiver voor den vorm vaststellen van een feitelijken staat van zaken, die sedert lang bekend is....

„Er is voor Duitschland geen sprake van afstand doen van ook maar één zijner rechten, die het door het vredesverdrag voor den tijd na het plebisciet zijn toegekend."1)

Wat de Fransche opvatting betreft, zij is niet alleen goedgekeurd door het Parlement, door de Regeering — in het midden gelaten, of het nu Paul Boncour was, die het eerst duidelijk stelling nam, dan wel Louis Barthou — zoowel te Parijs als te Genève, maar ook door den Nationalen Bond van Oud-Strijders, die den 25sten Maart 1934 uit naam van zijn 3% millioen leden, na een lang debat, met algemeene stemmen den volgenden wensch uitsprak, welken ik den Bond voorstelde en die op een enkel woord na, niet anders was dan de motie, welke ik den 22sten November t.v. door de Commissie van Buitenlandsche Zaken van de Kamer had laten aannemen.

„De Nationale Raad van den Nationalen Bond van OudStrijders en oorlogsslachtoffers

„Overwegende, dat het vraagstuk van het Saargebied op het oogenblik den vrede ernstig in gevaar kan brengen,

„Overwegende, dat dit vraagstuk in de eerste plaats en in alle opzichten een quaestie van internationaal belang is,

„Noodigt de regeering uit, energiek op te treden om aan de bevolking van het Saargebied de rechten en de veiligheid te waarborgen, haar door het Verdrag verleend, evenzeer als de volledige vrijheid van de volksstemming, die onder de tegenwoordige omstandigheden gevaar loopt."

Ik had, mijnerzijds, getracht het Fransche standpunt samen

1) Saarbrücker Zeitung van 27 November 1933.