DE VOLKENBOND EN DE VLUCHTELINGEN

sche volksverhuizing met hulp van den Volkenbond gefinancierd. De overbrenging van de Turken uit Macedonië naar Anatolië, waar zij de door de Grieken achtergelaten dorpen zouden bezetten, geschiedde door de Turken zelf, die het beneden hun waardigheid achtten om daarvoor hulp van den Volkenbond te aanvaarden.

Nansen overleed in 1930, en daarmede kwam er een einde aan het ambt van Hooge Volkenbondscommissaris voor de vluchtelingen. Zijn werk is echter voortgezet door het bureau te Genève, dat zijn naam draagt; het verleent hulp bij de vestiging van vluchtelingen en oefent consulaire bevoegdheden uit. De jongste rapporten van dit bureau leveren een treffend voorbeeld van de omvangrijkheid van zijn internationale bemoeiingen. Onder de 100.000 Russische vluchtelingen in China bevond zich een aantal Lutherschen en Doopsgezinden, wier positie al bijzonder ellendig was. De laatsten zijn door het Nansen-bureau naar Paraguay getransporteerd, waar reeds eenige Doopsgezinde kolonies bestonden. De Lutherschen, die afstamden van uit Duitschland en Zwitserland uitgewekenen, zijn in Brazilië ondergebracht. Verder bevonden zich in Roemenië nog een 2000 noodlijdende Ukrainsche vluchtelingen, die men in dat land als pachtboeren op gang geholpen heeft. In het afgeloopen jaar heeft het bureau een internationale conferentie bijeengeroepen om een conventie op te stellen, waarin de status wordt vastgelegd van de tallooze staatloozen, die door Sovjet-Rusland en Turkije zijn uitgestooten. Deze conventie werd in October 1933 te Genève geteekend en wacht thans op ratificatie. Het algemeene doel, zooals dit in de considerans wordt omschreven, luidt als volgt:

„Het scheppen van voorwaarden, welke het mogelijk zullen maken, dat de beslissingen, door verschillende staten op dit gebied reeds genomen, volledig tot uitvoering zullen komen;" en aan de vluchtelingen „het genot van burgerlijke rechten, vrijen en gemakkelijken toegang tot de rechtbanken, veiligheid en stabiliteit ten aanzien van vestiging en arbeidsgelegenheid, faciliteiten bij het uitoefenen van beroep, industrie en handel, bewegingsvrijheid en toegang tot scholen en universiteiten" te waarborgen.

De beperkende bepalingen, welke het gevolg zijn van de