DE VERGIFTIGDE BRONNEN VAN WERELDNIEUWS

erger, er zijn politie-spionnen werkzaam op Amerikaansche nieuwsbladen-kantoren in Europa, en er zijn communistische en fascistische journalisten, die na afloop van hun dagwerk als assistenten van Amerikaansche werkgevers, zich haasten naar de politieke politie om een boekje van hen open te doen. Een paar weken geleden rapporteerde G. E. R. Gedye van de Times op een lichtelijk verbaasden toon „bewijzen voor de ergerlijke wijze, waarop Engelsche en Amerikaansche correspondenten hier (te Weenen) bloot staan aan spionnage". Hij had een confidentieel rapport van de geheime politie in handen gekregen, dat bestemd was voor het pers-departement van Kanselier Dollfuss. Hij kwam daardoor te weten, dat Oostenrijk even goed als Italië, Rusland en Duitschland zich onledig hield met het aftappen van telefoongesprekken van correspondenten, hun brieven boven den wasem van kokend water te openen, hun particuliere telegrammen te lezen en hun kantoor-prullemanden na te zien. „De onware en onkiesche opmerkingen over de correspondenten ieder afzonderlijk zijn zoo lasterlijk," zegt Gedye van het Oostenrij ksche document, „dat ze niet weer te geven zijn. Zij toonen aan, dat zelfs de meest intieme zijde van het particuliere leven van dagbladcorrespondenten te Weenen niet veilig is voor spionnage en het aan de deur luisteren." De diplomatieke raad in de slotsom van het rapport, dat Gedye vond, is van groot belang. Na uitdrukking gegeven te hebben aan het vertrouwen, dat „wij het gemakkelijk kunnen winnen van de Engelsche en Amerikaansche pers-vertegenwoordigers te Weenen" voegt de politieschrijver daaraan toe: „Het zou zeer gemakkelijk vallen de correspondenten zoo te bejegenen, dat zij van houding veranderen. Zij bieden een vruchtbaar veld voor systematische bewerking, mits zij op een handige wijze aangepakt worden."

V

Aldus is dan de situatie in de staten, waar het gezag steunt op bruut geweld: de dictators „maken" het nieuws door toezicht uit te oefenen op de voornaamste bron van wereldnieuws, de officieele persbureaus; zij controleeren elk woord