BALZAC EN DE GENEESKUNDE

Ze geven consulten, zetten hun theorieën uiteen en discussieeren met elkaar. Allen verstaan hun vak; wel een bewijs, dat Balzac zich grondig in die verschillende vakken had ingewerkt. Men moet inderdaad de nauwkeurigheid bewonderen, waarmede Balzac eenige ziektegevallen beschrijft, zooals in ,,le Père Goriot", waarin hij nauwgezet en logisch als een volleerd clinicus symptomen, verloop en afloop van een ziekte beschrijft.

Balzac werd in de geneeskunde het meest aangetrokken door storingen in de functie der hersenen. Zijn theorie was dat „ideeën organische op zich zelf bestaande wezens zijn, die in een onzichtbare wereld leven en invloed uitoefenen op ons lot, dat verder die ideeën geconcentreerd in een uitmuntend stel hersenen, b.v. van een bekwamen magnetiseur, op de hersenen van andere personen een overheerschenden invloed kunnen uitoefenen en in een oogwenk daarvoor enorme afstanden kunnen afleggen." Zoo verklaart hij overbrenging van gedachten op grooten afstand, het z.g. tweede gezicht, voorspellingen, ongevoeligheid voor pijn, vermeerderde spierkracht, verscherpte functie der zintuigen, verschijningen, bezetenheid, catalepsie en extase; kortom al die vreemde feiten, die de geheime wetenschappen ons leeren kennen en waaraan tegenwoordig weer alom hernieuwde aandacht wordt gewijd.

Die voorliefde van Balzac voor de psychologie uit zich niet alleen in de geneeskundigen in zijn romans, maar ook in de geleerden, die hij schiep. Deze laatsten vooral houden zich bezig met het vraagstuk van den wil, zooals we verder zullen zien.

In het tijdschrift „le Progrès médical" (April 1934) komt een uiterst belangrijke studie voor van Prof. Claude en Dr. Lévy-Valensi over het geval „Louis Lambert", een der hoofdpersonen uit Balzac's „Comédie humaine".

De krankzinnigheid van dezen Lambert is een dankbaar studie-onderwerp, maar er was iemand als Prof. Claude voor noodig om deze persoonlijkheid te analyseeren en op de opvolgende ziektesymptomen het licht der moderne wetenschap te laten vallen. Beide auteurs verbazen er zich over,