de october-revoltjtie IN SPANJE

halve eenige pogingen om kazernes aan te vallen, plaats tusschen de regeeringstroepen in de straten en de revolutionairen, die van terrassen en balcons vuurden. Een dergelijke tactiek moge kinderachtig lijken, maar zij gaat, zonder twijfel, wanneer zij wat langer aanhoudt, op de zenuwen der aangevallenen werken. Na drie dagen waren de troepen der regeering moreel eronder door de aanvallen van onzichtbare vijanden.

In negatieven zin lag de verrassing, die de staking bracht, in de houding der landdistricten. Midden-Castilië, Estramadura, Andalusië en Arragon gingen op de staking in, maar met gebruik van weinig of geen geweld. Deze betrekkelijk slappe houding kan aan twee dingen toegeschreven worden. Een ervan was de desillusie en de wrok, achtergelaten in het gemoed der landproletariërs na de aïgemeene staking, die in de vroege lente door de Federación de la Tierra, een afdeeling der Unión General de Trabajaderos, over geheel Spanje op touw was gezet. De leiders der Unión General en der Socialistische partij gaven aan die staking niet den moreelen en materieelen steun, welken men op het land verwacht had; want zij beschouwden de staking als uitgebroken op een ongelegen tijdstip en ondoeltreffend, wat zij ook werkelijk bleek te zijn. Zonder den steun der andere bonden verliep de staking snel, waardoor zij de Federación de la Tierra verzwakte en verwarring bracht onder de landlieden, die het gevoel hadden dat zij in den steek waren gelaten. Deze gemoedstoestand verklaart de weinig geanimeerde wijze, waarop zij de staking in October opnamen. Voor hen was het te laat, juist zooals het in het voorjaar voor de andere bonden prematuur en weinig raadzaam was geweest.

De andere factor was het gemis aan solidariteit tusschen de anarchisten en syndicalisten in de provincies, die daar zelf aanzienlijke macht hebben. Zij beletten niet, dat de staking algemeen werd, maar zij wenschten er geen revolutionaire wending aan te geven. In deze vreedzame houding schuilde ook een weinig wrok. Het was een antwoord op of een revanche voor het feit, dat de socialistische organisaties in geen enkele der vier gewapenderhand gevoerde opstanden, die door de anarcho-syndicalisten waren begonnen, hadden w. b. m. 1935. 9