de terugkeer van rusland tot europa

en zijn methoden van afdreiging. Maar alles heeft zijn keerzijde. De krachtige bewapening van Duitschland, de krijgsvaardige geest, de oorlogzuchtige, nationalistische psychose, welke de regeering onder het geheele volk, en vooral onder de jeugd, aanwakkert, hebben de ongerustheid, niet alleen van de onmiddellijke buren van Duitschland, maar van geheel Europa, tot het uiterste opgevoerd. Sedert 1919 hadden de mogendheden het zoover gebracht, dat zij het op geen enkel punt eens waren, behalve op dat van de noodzakelijkheid om het eens te worden en van de onmogelijkheid, waarin zij verkeerden, om daartoe te geraken. De dreigementen van Duitschland, de brutaliteit van een staatkunde, wier eenige middel afdreiging is: „Staat ons toe, wat wij vragen, of wij verklaren U den oorlog, den grooten oorlog van de Germaansche wanhoop", hebben dat wonder uitgewerkt. Het Europeesch defensief verbond tegen Duitschland is nog lang niet gesloten, en wij moeten hopen, dat het nooit zal gesloten worden, want het zou nutteloos zijn; maar de atmosfeer, welke het in geval van nood in het leven zou kunnen roepen, bestaat. Het „Reich" heeft kans gezien, iedereen tegelijk te bedreigen en heeft in zekeren zin een universeele toenadering tot stand gebracht. Door te doen gelooven, dat het met zijn talrijk leger en zijn machtige luchtvloot onontbeerlijk was voor het zoozeer begeerde evenwicht heeft Sowj et-Rusland het middel gevonden om zich aan den verdediger van den vrede en van regelmatige toestanden op te dringen. Laat ons toegeven, dat het die rol uitnemend gespeeld heeft, daar het op het oogenblik een van de hoofdelementen van orde en vrede en van de instandhouding van de huidige maatschappelijke toestanden in Europa is. Dit is voorwaar een van de vreemdsoortigste paradoxen van de hedendaagsche geschiedenis.

L. Dumont-Wilden.