VIER MAANDEN IN EEN SPOOKHUIS

Toen ging ik op den rand van haar bed zitten voor het grootste verdere gedeelte van den nacht. Wij konden geen van beiden meer een oog dicht doen....

De meest grandiose van de verschillende demonstraties, die wij meemaakten, en tevens de griezeligste, was een geluid, dat gemakkelijk een mijl ver in den omtrek gehoord had kunnen worden, of bij de daar heerschende landelijke stilte nog waarschijnlijker zelfs twee of drie mijlen ver. Wij noemen het onzen vleugelpiano-smak, want wij kunnen op geen duidelijker manier aangeven, waarop het leek.

Het overkwam ons voor het eerst omstreeks het midden van den zomer. In de huiskamer hoorden wij op een avond een smak in de garage, zoo hard dat onze ooren er van tuitten en het heele huis er van trilde. Het was een geluid, alsof van onder een vleugelpiano plotseling de pooten waren weggetrokken en ze op den vloer was neergekwakt. Er was in het heele huis geen enkel meubel, dat bij het omkantelen een dergelijk lawaai had kunnen maken. Doch wij gunden ons geen tijd om over de oorzaak van het lawaai na te denken. Wij snelden naar de garage om te zien, wat voor een ongeluk er gebeurd was; en waarschijnlijk waren wij reeds ter plaatse binnen de drie seconden, nadat wij den smak gehoord hadden.

Er was niets dat er op wees, dat er iets niet in den haak was. Zelfs geen boek was er van een plank gevallen. Alles was nog volkomen in orde. Het spreekt wel vanzelf, dat wij het geheele huis en erf doorzochten, om te eindigen met te bevinden, dat alles precies was zooals het behoorde. Er was geen spoor van een oorzaak voor den verschrikkelijken knal, dien wij gehoord hadden.

Hetzelfde gebeurde ten minste nog twee malen, waarschijnlijk zelfs drie malen. De reden voor mogelijken twijfel omtrent den derden keer zal nader blijken. De volgende twee smakken vielen voor in Augustus, ongeveer tien dagen na elkaar. Elk daarvan gaf hetzelfde oorverdoovende geluid als wij bij de eerste gelegenheid gehoord hadden, met dezelfde afwezigheid van een vindbare oorzaak. Wij beiden hoorden de hevige opschudding bij beide gelegenheden. De laatste smak, want het staat bij mij vast, dat er nog een was — viel voor in het laatst van September; en ditmaal was het wonderbaarlijke,