J>?J|v9ENA KOOPMANS WAS GEËNGA3T^/V~ö geerd, en gevoelde zich dienovereenkomstig ^/MV^ gewichtig. Zij was 'n mooi meisje, zonder rlaUjRn geld. De oude heer Koopmans was Inspecteur a_iüL^ van de Belastingen, een betrekking, waarbij je veel geld van andere menschen ziet, maar weinig van j ezelven, zoo je tenminste geen rijke ouders of dito kinderlooze Ooms en Tantes gehad hebt. En in dit opzicht — wel te verstaan alleen wat de Ooms en Tantes betreft, want elk mensch kan 't hoogstens tot twee ouders brengen — was meneer Koopmans rijk gezegend geweest, doch alleen maar in kwantiteit, niet in kwaliteit, d.w.z. niet in de kwaliteit van hun portemonnaie met inhoud! Overigens waren het brave — sommige hunner zelfs verdienstelijke — Staatsburgers en Staatsburgeressen geweest. Lena had haar aanstaande leeren kennen op de lustrumfeesten te Amsterdam. Want Johan Broos was student en de zoon van een bekend en vermogend advocaat. „Wat 'n partij voor 'n meisj e, dat geen cent bezit", hadden de vriendinnen gezegd op een toon, waarin zij vergeefs belangstellende vreugde trachtten te leggen. Trouwens de woorden „geen cent" wezen op 'n verborgen onwelwillendheid. Johan was 'n knappe jongen. Papa en Mama Koopmans waren buitengewoon ingenomen met het engagement. Toen zij tot de ontdekking waren gekomen, dat de jonge Broos niet ongevoelig was voor het mooie gezichtje van Lena, hadden zij hunnerzijds op de meest delicate wijze naar dit einddoel gestreefd. Papa en Mama Broos waren óók tevreden. Hun zoon had wel eens neiging getoond om het studentenleven meer op te vatten als luim dan als ernst. „Hij studeert om goed te leven, maar hij leeft met om goed te studeeren", had men in de eerste jaren van zijn studie-tijd wel eens van hem gezegd. Nu was die tijd voorbij ! Er is immers niets, dat een jongenman serieuzer maakt dan een vroeg engagement, vooral als de middelen hem veroorloven er niet een lang engagement van te maken! En Lens. £elve.. •

Zij vond het „fijn", dat de knappe Johan Broos zijn oog op haar had laten vallen, vooral tegenover de vriendinnen! En zelfs voor 'n blinde moest het duidelijk zijn, dat hij geweldig verliefd op haar was: alleen reeds aanjz'n stem kon men het hooren! Lena was nu heel blij, dat zij 'n arm meisje was! Johan nam haar stellig niet om haar geld: het was louter liefde, 'n roman van rozengeur en maneschijn! En zoo ging de familie Koopmans, zoowel als de familie Broos, in hooglijk tevreden stemming de Decembermaand tegemoet. In het voorjaar zou er getrouwd worden en het was dus voor het laatst, dat Lena de reeks van gezellige feestdagen, die in December vallen, in den boezem van haar eigen familie vieren zou. Zeker, in latere jaren zouden Sinterklaas, Kerstmis, Oud- en Nieuw óók nog wel aanleiding geven tot gezellig samenzijn, maar degetrouwde dochter behoort toch in de eerste plaats aan haar eigen gezin! Wanneer wij nu nog vermeld hebben, dat de familie Koopmans uitsluitend bestond uit het echtpaar en de

dochter, terwijl de familie Broos — behalve Johan — nog een ouderen zoon, Ernst geheeten, rijk was, dan hebben wij vrijwel alles verteld, wat op dit oogenblik voor den lezer van belang is. Alleen moeten wij nog Zeggen, dat de moeder van Meneer Broos óók nog leefde: zij was 'n zéér oude dame, die altijd bedlegerig was en zich in den naam van 'n buitengewoon lastig iemand en tevens in dien van „Oma" verheugde. *

Eenige dagen vóór het Sint Nicolaas-feest wandelden Johan en zijn verloofde door de drukke straten van hun woonplaats. Het was koud, vriezend weêr en er stond 'n beetje wind, zoodat zelfs het fijn-gevormde en anders zoo delicaat-getinte neusje van Lena er uitzag als 'n frisch-geplukte kers. Zij was zich van dit gebrek in haar uiterlijk schoon niet onbewust en begroef dus het gezegde neusje diep in haar bontkraag. Maar, gelukkig, hier, in de groote winkelstraten, bemerkte men van den kouden wind niet veel en het zonnige, opgewekte stadsleven verdreef droevige gedachten en maakte Lena's stemming immuun, zelfs tegenover den ramp van het roode neusje. Voor den winkel van een juwelier bleef het paartje stil staan. Het blonk en schitterde in de uitstalkast. Lena's oog viel op een heele verzameling antieke damesringen. Het gevolg daarvan was, dat dit oog — en ook het andere — begon te schitteren als de briljanten, die in de ringen gevat waren. Ook Lena's tong kwam los. En zij gaf bovendien den arm van haar verloofde een drukje. Wanneer zoo iets gebeurt, even vóór Sinterklaas, weet zoo'n verloofde wel, hoe laat het is. 0 Johan werd door zijn vader nog al kort gehouden. Er verschenen enkele nauw-zichtbare rimpels op zijn glad voorhoofd. Maar schier onmiddellijk werden die weggevaagd door de gedachte, dat zijn vader in zóó'n geval wel helpen zou! 0 Nog dienzelfden avond vond er een geheime conferentie plaats tusschen vader en zoon. Het gevolg was, dat Johan er den volgenden dag op uittoog met — in den zak — een niet onaanzienlijk bedrag aan contanten, dat weldra zijn bestemming vinden zou! Z'n vader had de vaste gewoonte, alles contant te betalen.

II.

0

Reeds lang hadden de beide families de hoofden bij elkander gestoken. De Sinterklaas-avond zou gezamenlijk gevierd worden. Ten huize van de familie Broos! Want haar huis was veel ruimer dan het bovenhuis van de familie Koopmans: een heerenhuis met, erom heen, een tuin, die voor een stadstuin groot was. 0 De intocht van Lena met haar ouders had plaats vóór den eten. In hun gevolg kwam een mand met pakjes, waarvan de inhoud gevoegd werd bij dien van een nog veel grootere mand met pakjes, die voorloopig in de studeerkamer van Mr. Broos stond. Johan en Ernst, die

47