/ Waar deed het hem toch aan denken? ÏS^f / Aan Oma haar huis vroeger geloofde hij, het was daar altijd heel prettig I / geweest en Oma was erg lief voor

I / hem en toch wou hij maar liefst niet

al te lang blijven daar. Het was er zoo stil en zoo plechtig en net als hier leek het er in de kamers eigenlijk altijd wat donker, ook al scheen de zon zoo fel als nu. 0 Ze gingen gelukkig gauw eten, net als thuis met zijn drieën,.... maar toch heel anders. 0 En ondertusschen reed de trein steeds verder van hen af en in een jaar, in 365 dagen waren ze nog niet terug. Hoeveel uren was dat 365 x 24, 20 x 365 was 7300 en 4 X 300 was 1200 en dan nog.... Maar juffrouw Betsy vroeg of hij zijn kamertje niet eens wou zien en zijn koffer uitpakken en dat wou hij graag. 0 Aan den voorkant boven den deur had hij zijn hokje — er stond een bed, een waschtafel, een kastje, een tafeltje, een stoel en gelukkig zijn dierbare koffer, de oudste die er op zolder was, want de mooie waren allemaal mee naar Roemenië. Dat je nu zoo blij kon zijn zoo'n oud bekend dierage terug te zien 0 „Vind je het een aardig kamertje" vroeg de juffrouw en Eddy zei beleefd van „ja", maar hij was al een en al aandacht voor alles wat hij thuis zoo zorgvuldig had ingepakt en dus liet ze hem maar en vroeg alleen of hij om 8 uur beneden kwam voor zijn kopje thee. 0 Heerlijk was het om alles weer te hebben en met liefde rijde hij de boeken op het rekje bij het raam en stapelde de doozen in de kast. Voor hij het wist, was het acht uur en toen hij weer boven kwam, had hij meteen maar goeden nacht gezegd. Hij wou nog even een paar dingen ophangen, de portretten van vader en moeder en wat leuke ansichten, maar waar zou het beste plekje zijn er hing al zooveel en voor het eerst keek hij met aandacht om zich heen. Genade wat een „spreukjes"! „Goeden Morgen" stond er in roode letters op het kleed, dat achter de waschtafel hing en een kraaiende haan stond er naast en dan hing er een zak waarop met net zulke mooie rooie letters: „Wasch" stond. „Welkom" stond op een bord boven de deur, en in den hoek hing nog

zoo'n lor: „Stofdoek". En dan bij de waschtafel een pieterig klein zakje waarop: „haar" — of er van zijn korte haardos ooit iets af zou vallen voor dit zakje Maar ze moesten niet denken dat hij die heele handwerkwinkel liet hangen, alleen je kon den eersten avond al moeilijk beginnen den boel af te breken. Hij zou morgen maar eens vragen, nu ging hij slapen. 0 Welkom, stofdoek, goeden morgen, wasch, je haar, — hij was geen meisje. Maar het was nog niet uit, want toen hij in bed zou stappen lag daar, kraakschoon, de nieuwe bron van ergernis. „Wel te rusten" stond er op de nachtzak in een krans van bloemetjes. Maar voordat hij zoo'n lor met kantjes gebruiken zou, — en met een nijdige zwaai kijlde hij 't over het ledikant precies in de kom die vol water stond. 0 En moe van al het ongewone dien dag lag hij zich, woelend op het vreemde bed, op te winden: djoekedjoekedjoekedjoek, zoo ging nu de trein, die vader en moeder wegbracht en hij lag hier: wel te rusten en al die nare kantjes er aan. Waarom hadden ze hem in zoo'n zotternijenhuis gestopt? „Eduard" zei mijnheer: „Welkom Eduard", welkom boven de deur: welkom, stofdoek, en goeden morgen zei de haan en je haar moest in een zakje. Djoekedjoekedjoekedjoek ging de trein en vader en moeder gingen weg, steeds verder. Toen juffrouw Betsy nog eens kwam kijken, sliep Eduard en de nachtzak vischte voorzichtig ze uit het water.

Eddy was al een week of drie bij mijnheer van Dalen en zijn zuster, voor hij maatregelen nam tegen de vele steenen des aanstoots, die hem den eersten avond zoo hadden geërgerd in zijn kamertje. Hij was er bij slot van rekening maar weinig, 's avonds werkte hij bij mijnheer op de kamer en op de vrije middagen was het nog altijd mooi weer geweest. 0 Maar deze Woensdag was het een echte, echte regendag en er was geen schijn van kans, dat ze zouden kunnen gaan voetballen of zooiets. Op school hadden ze dan ook al afgesproken, dat Frans en Huug in Iepenlaan 11 zouden samenkomen, er waren al bende's ansichten en ook een enkele foto uit Roemenië en vader had bij de boeken een handleiding gedaan over het zelf in elkaar fabrieken van een electrische schel: daar zouden ze nu zwaar op aan het studeeren. 0 Maar een middag is lang, een regenachtige vooral en als er dan drie jongens bij elkaar zijn.... 0 „Och heden, wat lief", begon Frans, „Sta je iederen morgen tegen dat goeden morgen op te kijken? Ik trok toch zoo al die rommel van den muur. Ze denken zeker dat je een aartsstommeling bent, dat ze overal opzetten, waar het voor dienen moet. Ze zijn bepaald bang, dat je je haar in die stofdoekentasch zult stoppen, als er niet „haar" op staat. Haal den boel er toch af." 0 „Och ik geloof dat juffrouw Betsy het allemaal zelf beeft gemaakt en dat ze het mooi vindt. Ze vond het niks aardig, dat ik de nachtzak in de waschkom had gegooid."

„Nachtzak, wat is dat voor een ding?" 0 „Zoo vierkant met kantjes — ze dacht dat ik er mijn pyama in zou stoppen." Huug knikte met een kennersblik, Huug had zusjes. 21 „Toe, laat maar hangen" zei Eddy, toen Frans op een stoel klom. 0 „Zie je wel dat je bang bent, dat je je vergissen zult, als het er niet opstaat? maar dan weet ik nog wel wat beters, heb je etiketten?" 0

122