Het koninklijke kasteel (Frontgevel).

Ruïne van het aquaduct.

Een historisch plekje in Frankrijk

DOOR ALEXANDER COHEN. 0 0 0

^^JKJPOOR MIJ LIGT EEN CIRCULAIRE, (LWm^AJ) onderteekend door „Les Amis du Vieux

<y^B^~9 De vrienden van een populairen ouden heer, b W ^ ^ie Marly heet, zooveel als een Fransche ou-pa Marly, en aan wien men, ter gelegenheid van zijn honderdsten verjaardag, een hobbelpaard, of een vliegmachine, of een opgezet vogelbekdier wil vereeren? Neen! „Les Amis du Vieux Marly", dat is een genootschap, opgericht met het doel „om de overblijfselen van een roemrijk, geschiedkundig en artistiek verleden, binnen de omlijsting van Marly-le-Roi gelegen, in stand te houden en te onderhouden". 0

Marly-le-Roi!

Vijfentwintig kilometer ten westen van Parijs, „onder den rook" dus van de daverende, donderende, tetterende, loeiende, door den benzinestank van tienduizende auto's vergiftigde, bij dag noch bij nacht tot rust komende millioenen-agglomeratie. 0 Een klein uur in een traag, wrak, stommelend, onderweg tienmaal stoppend treintje, en de oasis is bereikt: het stille, vriendelijke stadje met zijn 1500 inwoners, zijn weinige nieuwe en zijn vele oude huizen, zijn bemoste daken, zijn smalle, bochtige, steile straatjes zonder eentonige, verrassinglooze regelmaat, en dagteekenend, voor het meerendeel, uit den tijd van Lodewijk de Veertiende en zijn onmiddellijke opvolgers. 0 Hier was het dat de Zonnekoning — volgens zijn tijdgenoot en historiograaf de Saint-Simon, „omdat hij, vermoeid van de grootheid en van de drukte (van Versailles), zich zeiven diets gemaakt had, dat hij, nu en dan, behoefte had aan eenvoud en eenzaamheid" — omstreeks 1680 begon met den bouw van een landhuis, een zoogenaamde „ermitage", waar hij, aanvankelijk, twee of drie maal in het jaar drie dagen kwam doorbrengen, vergezeld van ten hoogste een twaalftal hovelingen, en het strikt benoodigd dienstpersoneel. Maar al spoedig werd de koninklijke „kluizenaarswoning" uitgebreid. Mansart, de groote bouwmeester, en Le Nötre, de geniale aanlegger der parken van Versailles, Saint-

Germain, Chantilly, Saint-Cloud etc, maakten van het smalle, sombere, drassige, diepgelegen dal, schuilplaats, zegt Saint-Simon, „van slangen, krengen (sic), padden en kikkers", een lustoord, een tooververblijf, waarvan de aanlegkosten, op het tijdstip van 's konings dood, in 1715, ongeveer 12 millioen francs beliepen, een schamel bedrag voor onzen milliarden-tijd, maar, in Lodewijks dagen, een aanzienlijke som. 0 Al wat Frankrijk, in dezen zijn bloeitijd, zijn „Groote Eeuw", aan kunstenaars telde: beeldhouwers, schilders, decorateurs, schrijnwerkers, tapijtwevers, werd door den Zonnekoning naar Marly ontboden, en daar, jaren aaneen, bezig gehouden met de versiering der gebouwen, tuinen, parken, lanen, boschages, waarvoor de volgroeide boomen, verhaalt Saint-Simon, van heinde en ver werden aangevoerd. 0 Moerasland werd in bolwerken herschapen, terreinverhoogingen in vijvers, een heuvel — het tegenwoordige „Tapis Vert" — in een waterval, waarvan het schuimende, borrelende, bruisende water, door een vernuftig uitgedachte machine uit de verafgelegen Seine opgevoerd, en langs een grootsch aquaduct naar Marly geleid, over zestig marmeren trappen, links en rechts door beeldhouwwerken geflankeerd, in een bassin stortte.

Van al dit schoons: van het koninklijk kasteel met zijn marmeren zuilengalerij, van de standbeelden, de grotten, de portieken, de belvedères, de springfonteinen, de bronsfiguren enz., is, ter plaatse, niets in stand gebleven, behalve een groot, gemetseld waterbekken, het z.g.n. „Abreuvoir" (drenkplaats), indrukwekkend nog met zijn onveranderde, evenredige contouren, zijn harmonieuze lijnen, zijn standbeeldlooze sokkels, zijn omlijsting van korte, kegelvormige, steenen paaltjes, en waarvan een dunne waterstraal het niveau op peil houdt. Verder: de centrale vijver, het vroegere „Bassin du Jet", en twee inrijdeuren, de Koningspoort en de Dorpspoort. De rest der constructies is verdwenen. De terrassen van den waterval zijn met den hellenden grond gelijk gemaakt. 0

Gedurende de Revolutie, die zoo véél vernielde van hetgeen behouden had kunnen blijven, werd Marly, bij decreet, tot nationaal, d. w. z. publiek domein verklaard, met het gevolg, dat, zoowel in het koninklijk verblijf als in het park, voortaan zonder eenige controle voor iedereen toegankelijk, het een geplunderd en het ander verwoest werd. 0 In 1795 — de eerste furie der Omwenteling heeft nu

134