Eieren-tragedie

of: „een kip is een zin maar geen gewin"....

DOOR FRED. H. HARMS. 0 0

J^.^NRITS VAN DER STEEN, DOORGE fourneerd Amsterdammer, was met vrouw, kind en dienstbode verhuisd naar het Gooi. J^JL^^S Het was gebeurd om gezondheidsredenen d c) van hun eenig kind. Ze hadden tot nu toe

gewoond op een bovenhuis in de City van de aloude koopstad aan het IJ en het was een geweldige verandering voor het viertal, toen het zich in het leuke, vrijstaande landhuisje had genesteld en het in pure ongewoonheid ging stoeien en verstoppertje spelen om het huis. 0 Een flink stuk grcnd behoorde bij het villa'tje en vooral achter was het terrein nog al diep. Daar zat Van der Steen aanvankelijk erg mee in zijn maag; een dergelijke uitgestrektheid kon hij in zijn brein nog niet meetkundig verwerken. Nooit had hij aan den buitenkant van zijn muren meer oppervlakte gehad dan van 5 hardsteenen vensterbanken van 100 bij 20 centimeter. En nu in eens zoo'n pampa-achtig veld. 0 Gelukkig stond hij niet alleen. Buren, familie, vrienden en kennissen kwamen oploopen en loosden in verbijsterende menigvuldigheid hunne des- en ongevraagde adviezen. Men schetste en teekende antieke en moderne tuinarchitecturen op groote vellen papier; men bepleitte het genot van het winnen-van-je-eigen-grond van aardappelen, kool, boonen, wortelen, ooft, enz.; er werd zelfs een tennisbaan ontworpen, alsmede een hockey- en een crocketveld; één verstandig man was er bij die zei: „Kerel, geloof me, houdt het vlak en gooi er grind op, dan heb je heelemaal geen werk". -Maar, zooals het wel eens gaat, goede raadgevingen, getoetst aan de praktijk, worden in den wind geslagen en onzekeren, erg-persoonlijken intuities wordt gehoor verleend. 0 Zoo ook hier. Op zekeren avond ging het gesprek over kippen, echte, levende, krabbende, kakelende, leggende kippen, „zijn" toekomstige kippen. „Kijk", zei z'n bezoeker, „en dan bouw je daar je kippenhok. Je koopt „wat" hout, een „stukje" gaas, een potje en een pannetje en je bent klaar. Dat heele ding sla je zelf in een paar uur in mekaar, wat meteen een gezonde lichaamsbeweging in de buitenlucht voor je beteekent en als je gereed bent lever ik je van mijn reuzentoom een stuk of tien beestjes; ik zal 't wel wat met je schipperen en dan ben jij 't heertje. Van 't zomer laat je dan zelf weer broeden en zoo blijf je altijd door in je jonge dieren". Den volgenden morgen bracht hij 't bij het ontbijt ter sprake. „En nu moet je eens bedenken vrouwtje, dat jij eiken morgen een versch, warm eitje hebt met een dooier zoo fijn geel als advocaat". En hij bracht daarbij veelzeggend zijn duim en wijsvinger tot voor z'n neus. „Als ze leggen", waagde zijn vrouw in het midden te brengen. 0 „Natuurlijk leggen ze", antwoordde hij, want ik krijg echte legkippen van buurman. Het zal in het hok direct wel niet zijn als bij de post, 3 x daags een bestelling en Zondags niet, maar 200 eitjes per jaar kon hij toch wel garandeeren. Als ik dus 10 hennen neem, dan maakt dat 2000 eieren per jaar; gedeeld door 4, is voor ons elk zoowat 500, gedeeld door 330, want we gaan immers een maand naar Zandvoort, is dus meer dan 1 ei per dag per persoon." 0

Mevrouw wilde nog wat zeggen; zij was een huishoudkundige van den eersten rang en trachtte de economische zijde van het waagstuk te belichten. Maar haar man weerde bij voorbaat af en sprak profetisch: „je zult eens zien, je zult eens zien." 0 Enfin, het hout werd gekocht, het gaas eveneens en ook de asphaltbedekking en glasramen, drink- en voederbakken, spijkers, krammen, scharnieren, grendels, schuiven, zitstokken, carbolineum, creoline, zand, grit, groen, turfmolm, stroo, een verbandkist, hamer, beitel, nijptang, schop, hark, schroevendraaier en de rest. Hij was toen een kleine honderd gulden kwijt. Volstaan we met de vermelding dat hij reeds den tweeden dag met drie vingers in verband liep en nog stond slechts de achterwand, hoewel wat slapjes, overeind. Den vierden dag waren er een heel- en een halfwas timmerman vroolijk aan het hameren en werd een rekening van f 25 ingezonden. 0 Toen kwamen eindelijk de kippen, die luid kakelend en nijdig stappend hun nieuwe verblijfplaats inspecteerden, als wilden zij protesteeren tegen de ongevraagde verhuizing. Het was haast een feestdag voor de familie; buren kwamen oploopen en de wederzijdsche kinderen maakten op het terrein een rondedans. De leverancier nam den nieuwen eigenaar terzijde en fluisterde hem in: „kijk eens, we behoeven mekaar^niks te vertellen, maar we willen allen graag eieren van onze eigen kippen hebben. Kom je nu eens te kort, bij een familiebezoek b.v., dan laat je stiekum bij mij wat halen, zoodat je altijd kunt zeggen, dat je presenteert van je eigen beesten. Een leugentje in nood.... niet waar? En.... eh...., moet je ook broedeieren hebben? Ik moest ze eigenlijk maar voor je laten uitbroeden in de machine, dan heb je ook geen risico. Een stuk of 15 b.v.? Dan ben je van 't winter klaar en zit dan nooit zonder eieren. Ik doe dat ook voor anderen en het is het beste voor beginners. Bovendien heb je geen haan.... Dus dat is dan afgesproken?" 0 Van der Steen stemde toe en verbond zich voor de afname van 15 broedeieren a 30 cent per stuk. 0 Van dezen dag af stond het huishouden in het teeken van de kippenhouderij, doch er heerschte geen onverdeelde instemming. Vaak toch liepen de beestjes rond in den tuin en dikwijls vond mevrouw blijken van hun tegenwoordig- en vrijmoedigheid in de keuken. Ook wilde het niet recht vlotten met den leg, en één kip was lusteloos en had een bleeke kam. „Die schaamt zich tenminste dat ze niet legt", opperde mevrouw, maar mijnheer vond die opmerking niet te pas komen. Je moest toch geduld hebben, ze waren misschien nog wat onwennig, Jan, hun zoon, had ook reeds eenige keeren met een stok rrrrrrrrrrrt over het gaas gestreken, waardoor de kippen in doodsangst tegen den achterwand opgevlogen waren, en ja, „hij" zat er ten slotte óók niet in.... 0 De gesprekken aan het ontbijt, de lunch en het diner waren vaak vermengd met speldeprikjes, kleine verwijten, uitingen van misnoegen van de eene — en met hoopvolle verwachtingen van de andere zijde. 0 Maar bovendien kwam er op een morgen bericht van de moeder van mevrouw Van der Steen, dat ze een weekje zou komen logeeren, om het boerenbedrijf ook eens van nabij te zien. Zij en haar man hadden vroeger ook kippen gehouden, enz. enz. Van der Steen kreeg kippenvel toen hij den brief las; zijn schoonmoeder was dus verwend op het gebied van eieren en ze was dol op

183