van het blokhuis verwijderd. Zij dronken uit de gouden drinkhoorns, die zij medegenomen hadden en zij roemden den glans der edelsteenen in hunne helmen en spraken van de schoonheid hunner vrouwen. Schlag zeide: „Schwanhilde is de schoonste vrouw, die ooit door de Zon beschenen is!" 0 Maar lachend antwoordde Eigil: „Hoe kom je daarbij? Alrune is duizendmaal mooier, dan jou vrouw!" Zoo roemden zij om beurt de schoonheid hunner vi ouwen en het eind van het lied was, dat zij het zwaard uit de scheede trokken en elkander aanvielen! Een hevig gevecht ontstond, totdat Schlag Eigil's helm in tweeën sloeg; de blauwe steen sprong in vele stukken en Eigil viel ruggelings in het water en verdronk! 0 Toen Schlag tot het besef van zijn daad kwam voelde hij berouw en weende bitter om het verlies van den broeder, dien hij toch werkelijk bemind had. Daar werd hij plotseling een ster gewaar die aan den hemel schitterde. Die ster kwam nader en nader; een menschelijke

gedaante scheen zich uit haar licht los te maken en

ziet.... was dat niet Schwanhilde, zijn vrouw? Zij droeg het groene gewaad en cirkelde steeds boven zijn hoofd; zij wenkte hem met hare sneeuwwitte armen.... daar wierp hij zijn pantser af en volgde haar in de richting der bergen. Nu en dan moest hij over een beek springen of over een rivier zwemmen, of met levensgevaar over de klippen klauteren en aldoor vloog Schwanhilde verder en moest Schlag hooger en hooger klimmen tot aan den top van een geweldig hoogen berg. 0 Intusschen brak de morgen aan en plotseling ontdekte hij, dat een booze geest hem te pakken had gehad. Niet zijn vrouw, doch een droombeeld had hij nagejaagd! Daarover was zijn hart zoo bedroefd, dat het niet meer leven kon. Zoo stierf de tweede koningszoon! Juist om dezen tijd nam Walunder, die nog altijd in

het blokhuis aan het meer woonde, de drie sleutels, die de vrouwen achtergelaten hadden, ter hand. De eene was van koper, de tweede van ijzer en de derde van goud. Met den koperen sleutel besteeg hij een berg en nauwelijks had hij den rotswand met den sleutel aangeraakt, of de wand opende zich en een groot gewelf werd zichtbaar. Een prachtig groen licht omstraalde den jongeling. Dat kwam van de groene edelsteenen, die overal in de wanden zaten; de smaragden hingen als ijspegels van den zolder tot aan den grond. De bodem was met kopererts bedekt, dat een heerlijk groen licht gaf. Walunder raapte een stuk erts op en nam van de edelsteenen zooveel hij dragen kon en verliet het gewelf. Dat sloot zich dadelijk en nu was er aan den berg niets bijzonders meer te zien. 0 Eenige dagen later nam Walunder den sleutel van ijzer, besteeg daarmede een anderen berg en ziet, nauwelijks had hij den rotswand met den sleutel aangeraakt of de wand opende zich en wederom werd een gewelf zichtbaar. De wanden van het gewelf weerkaatsten een blauw licht als waren zij van staal. Dat kwam van de blauwe edelsteenen, die overal glinsterden. Door het midden van het gewelf vloot een beekje, dat was zoo blauw als een voorjaarshemel en langs zijn oevers bloeiden ontelbare vergeet-mij-nietjes. .0 Walunder's oogen dronken zich zat aan al deze heerlijkheden. Hij stak een aantal van de blauwe edelsteenten in zijn zak, raapte nog een flink stuk ijzererts op en verliet het gewelf. En dadelijk sloot de berg zich weder evenals den vorigen keer. © Uit het ijzererts smeedde Walunder een zwaard en in den greep zette hij blauwe edelsteenen. De kling was zoo buigzaam, dat hij haar om zijn middel buigen kon. En toch was het zwaard zoo sterk, dat hij er rotsen mee splijten kon, als waren zij van leem. 0 Weer eenige dagen later nam Walunder den gouden sleutel en besteeg een derden berg. Toen hij daarmede den rotswand aanraakte opende zich een gang dwars door den berg. De ingang daarvan was met prachtige roode rozen begroeid en de muren glansden van het zuivere goud, waaruit zij bestonden. In dat goud zaten de zeldzaamste robijnen. Van den zolder af hingen wijnranken met vuurroode druiven. Walunder brak een flink stuk goud af, vulde zijn zakken met robijnen en verliet eindelijk met een zwaar hart al deze schoonheden, die hem werkelijk overweldigd hadden. 0 Uit het goud smeedde hij een harnas en dat bezette hij met honderden robijnen. 0 Toen hij daarmede klaar was, dacht hij aan zijn broeders en wat zij wel van zijne kostbare dingen zouden zeggen. Hij ging naar de voetstappen, die zijn broers in den grond gedrukt hadden, om te zien, hoe het met hen ging. Daar zag hij, dat de voetstap van Eigil met water gevuld was.. ja er was zelfs al een vijvertje op die plek ontstaan! En de voetstap van Schlag was niet alleen uitgewischt, neen op de plek waar hij gestaan had bloeiden reeds bloemen!

Walunder schrok er van, want hij begreep, dat zijn broeders reeds langen tijd geleden om het leven waren gekomen! En treurig gestemd keerde hij naar het blokhuis terug, In de volgende dagen haalde hij nog eene groote hoeveelheid erts en edelgesteenten uit de bergen en sprak tot zichzelven: „Daaruit zal ik vele kunstige dingen maken; bij dezen arbeid verloopen de jaren tot aan de terugkeer van mijn vrouw sneller." 0

250