„Dat zou me spijten", zucht het mannetje. „Het is m'n gewoonte, de Moeders rustig te laten mopperen om zulke kleinigheden als vuile kleeren en modderschoenen. Maar als men de kinderen dan ook nog bang gaat maken met 't borstelmannetje, dan wordt 't me te kras." „Het spijt me, dat ik u boos heb gemaakt", zegt Vader nederig. 0 „Reeds vergeten en vergeven, meneer", antwoordt het kereltje vriendelijk. „Ik heb altijd veel van u gehouden, toen u nog zoo'n jongetje was. Misschien willen uw kinderen wel eens hooren, hoe u en ik elkaar hebben leeren kennen?"

„Ja, ja", roepen de twee, „graag, meneer Borstelmannetje.' „Zou u dat wel vertellen?" vraagt Vader met 'n benauwde stem. 0 „Komt u maar eens gezellig bij ons zitten", noodigt Moeder; „ik ben vrèèselijk nieuwsgierig." 0 Hop! daat zit het ventje op Vaders inktpot. Dood op z'n gemak kruist het zijn borstelbeentjes en steekt zijn handjes diep in de zakken van zijn stoffig broekje. „Toen Meneer nog 'n kleine jongetje was, was hij 'n beste klant van me. Hij bezorgde me verrukkelijk veel werk." 0 „Nu moet u niet overdrijven", smeekte Vader. „Sst, stil nou", roepen de anderen. „Jullie Vader was dus onze allerbeste klant. Uren lang moesten we op z'n schoenen poetsen en z'n broek en kiel schuieren. Het was héérlijk! Zijn Moeder mopperde dagelijks. Het heeft me menig middagdutje gekost. Wat had ik dan 'n medelijden met het jongetje. Op 'n keer is het me te kras geworden. Hij was met z'n nieuwe Zondagsche pakje in 'n moddersloot gesprongen." „Hoe liep dat af?" vraagt Kees.

„Treurig; hij durfde eerst niet naar huis. Toen hij de deur inkwam, brak de storm los. Ik heb geen oog meer dicht kunnen doen en op 't laatst ben ik er op af gegaan. Ik wilde hem troosten." 0 „Hij had anders wél wat verdiend", zegt Moeder streng. „Mevrouw", zegt het ventje, „u bent zeker vergeten, dat u vroeger óók 'n klantje van me was. Ik heb nu geen tijd meer, anders...."

„Toe Borstelmannetje", roepen Zus en Kees, „vertel daar ook nog wat van." 0 „Later misschien, als jullie dat eerst aan me verdienen", belooft 't kereltje. „Nu moet ik weg." 0 Meteen is het, of z'n borstelharen nog meer rechtop gaan staan en fffft.... weg flitst hij, door 't sleutelgat.

SCHOOLJONQENSMODE.

ZAL DE POFBROEK HE.TW/INNEN?

De slobberbroek heeft sinds dit plaatje geteekend is al belangrijke vorderingen gemaakt. 0

255