WAT IS ONWEER?

Een op geheel anderen grondslag gefundeerde theorie is door den beroemden Engelschen physicus en Nobelprijswinnaar Wilson uitgewerkt. Zij gaat van het boven vermelde uit, dat de Aarde ook bij mooi weer negatief geladen is, en schenkt aandacht aan het feit, dat zich overal in de lucht negatieve en positieve ionen bevinden, hoewel de laatsten in de meerderheid. Men kan wel overal duizend ionen op den kubieken centimeter rekenen. Nu denken wij ons een vallenden regendruppel. Door het negatieve veld der Aarde wordt hij aan de onderzijde positief, aan de bovenzijde negatief, zooals men het tegenwoordig zegt, „gepolariseerd". Het onderste gedeelte van den druppel zal dus negatieve, het bovenste gedeelte positieve ionen aantrekken. Dit zou inderdaad zoo plaats vinden, wanneer de druppel in rust was. Doch de druppel valt ten gevolge van zijn zwaarte en dit verandert den toestand. Wil zich een positief ioon met den snel vallenden druppel vereenigen, hetgeen slechts aan de negatieve bovenzijde van den druppel kan geschieden, dan moet het ioon den druppel als het ware van achteren af inhalen, wat in deze omstandigheden zelden zal voorkomen. Een negatief ioon komt den vallenden druppel evenwel tegen, zoodat hier de omstandigheden voor de vereeniging veel gunstiger liggen. Men kan zich ter vergelijking voorstellen, dat men in loodrechte houding zeer snel door een loodrecht vallenden regen gaat. Men wordt dan wel van voren, doch niet van achteren nat. De druppel zal dus veel meer negatieve ionen als positieve opvangen, hij wordt negatief electrisch en zoo verzamelt zich dan langzamerhand de negatief geladen wolk. Deze werkt op boven haar zich bevindende en van deze hoogte vallende druppels precies zooals eerder de negatieve aarde en daardoor versterkt zich de negatieve lading der wolk steeds meer. Op deze wijze is het overwegend voorkomen van den negatieven blikseminslag verklaard. Dat er evenwel, waaraan niet te twijfelen is, ook positieve bliksem bestaat, kan gemakkelijk door nevenwerking verklaarbaar gemaakt worden. Een negatieve wolk zal polariseerend op de omringende wolken werken; komt het tusschen beide tot een overspringen van electriciteit, dan blijft op ieder van hen de niet vereffende electriciteit, dus