ITALIË EN ETHIOPIË
Tegenover deze overstelpende veelsoortigheid van materieel staan voor het Ethiopische leger verschillende voordeden. In de eerste plaats komt, zooals reeds in het licht werd gesteld, de aardrijkskundige gesteldheid hun ten goede. In de tweede plaats zullen zij het voordeel hebben van te vechten op vertrouwd terrein. Ten derde bezitten hun troepen grooter beweeglijkheid dan hun tegenstanders. Een der oorzaken voor die beweeglijkheid is de afwezigheid van verschillende hulpdiensten, die door de Europeesche generale staven als onmisbaar worden beschouwd, zooals de verplegings- en de geneeskundige afdeelingen. Het Ethiopische leger verplaatst zich gemakkelijk, daar het hoofdzakelijk leeft van wat het land, waardoor het heen trekt, zelf oplevert. Bij veldtochten van korten duur blijkt dat voldoende bevredigend, zooal niet voor de boeren, wier oogsten worden gerequireerd, dan toch voor het leger. Onder zulke omstandigheden is een invalsleger, met zijn uitgebreide hulpdiensten en andere impedimenta, geducht in het nadeel. De Italiaansche soldaat kan, met al zijn matigheid, met geen mogelijkheid vechten op Ethiopisch rantsoen. De Ethiopiërs hebben geen geneeskundigen dienst, welke dien naam verdient. De oprichting van een Ethiopisch Roode Kruis is aangekondigd in berichten uit Addis Abeba, maar wij kunnen er zeker van zijn, dat, voor en na, de Ethiopische soldaten zullen voortgaan met zelf hun wonden te verbinden, geholpen door de vrouwen en bedienden, die hen te velde vergezellen.
Bij een langdurigen veldtocht houdt het voordeel der beweeglijkheid op, ten gunste van de Ethiopiërs te werken. De voedsel-voorraden raken spoedig uitgeput en daarmede tevens de oorlogsgeestdrift der lichtingen. Bovendien wenscht de Ethiopiër niet vele maanden achtereen van huis te blijven. Vooral staat de gedachte van onder de wapenen te moeten blijven gedurende het regenseizoen hem tegen. Waar hij verlangend naar uitziet is: een korte veldtocht, culmmeerende in een eclatante overwinning. Is eenmaal de vijand verslagen, dan wordt het leger ontbonden en keert het huiswaarts. Zoo geschiedde het in 1875—76, toen twee Egyptische legers, door den Khedive Ismaü uitgezonden om noordelijk Ethiopië te veroveren, achtereenvolgens bij Gundet en bij