DE INTERNATIONALE BANK EN HAAR TOEKOMST

bijvoorbeeld, de geregelde particuliere bijeenkomsten der Gouverneurs van het goudblok), nam de Bank voortdurend in belangrijkheid toe. Een prachtig „esprit de corps" ontwikkelde zich. Geruchten van oneenigheid mochten uit Genève opdoemen, uit Basel, nooit.

De vermindering van de hoeveelheid zaken-transacties stelde het bestuur in staat, haar aandacht te concentreeren op de quaestie van de toekomst van den gouden standaard tusschen de naties en de rol, die de bank kon vervullen in een betere werking van dat mechanisme. Niettegenstaande de verleiding, in abstracto, van „managed currencies", gebonden aan fluctueerende prijs-indices of gemanipuleerd door nietgeïdentificeerde personen of bovenmenschelijke kennis van de toekomst, kwam men toch tot de conclusie, dat in deze phase van 's werelds ontwikkeling een stelsel, dat op goud gegrond was, blijft het monetaire mechanisme dat het nuttigst is en het meest geschikt om het vrije verloop van den wereldhandel en van het internationale financieren mogelijk te maken; het is daarom wenschelijk al de noodige maatregelen voor te bereiden voor het herstel van de functionneering van den gouden standaard. Door dit gezichtspunt openlijk tot uitdrukking te brengen erkende de Bank echter, dat de gouden standaard van het verleden, die in werkelijkheid nooit „automatisch" was, wijzigingen vereischte en in de toekomst onbepaald onderworpen zou moeten zijn aan een grootere mate van „management", dan vroeger was toegegeven. „De spelregels", waarop vroeger dikwijls een beroep was gedaan, maar die nergens onder woorden waren gebracht, zouden duidelijker moeten zijn en meer algemeene instemming moeten ontmoeten, wanneer men tot een duurzaam stelsel mocht komen. Gedachtig aan deze stelregelen als grondslag om op voort te bouwen namen vertegenwoordigers van de Bank deel aan de Voorbereidende Commissie voor de Wereld-Muntconferentie. Dr. Trip, thans President van de Bank, fungeerde als Voorzitter van die commissie; en verscheidene van de Directeuren der Bank namen als gedelegeerden deel aan de daarop gevolgde Londensche Conferentie.

Men beseft niet, wat een groote overeenstemming van denkbeelden werd bereikt, zoowel over muntaangelegenheden