DE OPVOEDING ONDER HET NAZI-REGIME

eischen en den leerlingen onwrikbare dogma's opdringen, en het kan toestaan, ja zelfs aanmoedigen, dat den leerlingen tegenstrijdige opvattingen worden voorgelegd, en bevorderen, dat tegengestelde begrippen worden onderzocht. Met andere woorden: de leerkracht kan den dril-sergeant nadoen of het voorbeeld van Socrates volgen.

De voorschriften tot regeling van het onderwijs kunnen toelating en bevordering beperken tot begunstigde groepen en het studentenleven aan strenge tucht onderwerpen, of alle wegen tot opvoeding wijd openstellen voor talentvolle leerlingen, ongeacht geboorte en stand, en een hooge mate van moreele verantwoordelijkheid voor hun gedrag op de schouders der opgroeiende leerlingen leggen. Particuliere onderwijs-instellingen kunnen aangemoedigd en in vele opzichten vrij gelaten, of wel aan de discipline van den Staat onderworpen en misschien geheel opgeheven worden.

Door dergelijke karaktertrekken van onverschillig welk opvoedings-systeem nauwgezet te bestudeeren kunnen wij ons het best vorm, geest en beteekenis ervan voor het hedendaagsche leven bewust maken.

Toch blijkt uit wat gezegd is, dat wij niet met radicale tegenstellingen te maken hebben. Ieder staatkundig stelsel, van dat van de primitieve Indianen af tot een uiterst ingewikkelde beschaving toe, legt aan de training of de opvoeding enkele positieve verplichtingen op en legt die in geschreven of ongeschreven wetten vast. Eerbied voor het koningschap wordt den leerlingen in de scholen der Vereenigde Staten niet bijgebracht, en men kan zich ook niet indenken, dat één der Staten de vaststelling van een leerplan, gegrond op het monarchistische beginsel, zou goedkeuren. Amerika is een republiek en op Amerikaansche scholen worden den leerlingen republikeinsche beginselen ingeprent. Iedere revolutie in de westersche wereld heeft de opvoeding min of meer gedwongen tot haar doeleinden mede te werken. Voorbeelden van deze „wet" der geschiedenis vindt men in de geschriften van George Washington, Benjamin Rush en Thomas Jefferson en in de na 1776 in het werk gestelde pogingen om te komen tot een systeem en een theorie van Amerikaansche opvoeding. Het gaat hier als in andere aangelegenheden der menschelijke