DE BERGZIEKTE

weken duurde eer de normale toestand was teruggekeerd. In 1933 zijn dergelijke beschadigingen van het hart in het geheel niet voorgekomen.

Bij de hoogteziekte der vliegeniers hebben we met een geheel andere kwestie te maken. Hier treden geen zwakte van spieren en wil als waarschuwende symptomen voor het dreigende gevaar op, maar treedt direct bewusteloosheid op en de vliegeniers worden hierdoor dus plotseling overvallen. Onder het gevoel van toename van de arbeidskracht, zelfs van een uitgesproken lustgevoel, dat ons aan een lichte alcoholvergiftiging doet herinneren, zonder ademnood, duizeligheid, braken of hartkloppingen, treedt de bewusteloosheid op, zoodat een in de onmiddellijke omgeving klaar liggend mondstuk niet meer kan worden voorgedaan en het zuurstofapparaat niet meer in gang kan worden gezet. Het is daarom voorschrift, dat een vlieger bij het overschrijden van de 5000 m altijd met zuurstofinhalaties moet beginnen. Een verder verschil tusschen de berg- en vliegerziekte komt nog tot uiting in de zeer gevaarlijke en snel optredende verlangzaming van de hartcontracties, die soms zelfs tot hartstilstand voeren kan, wanneer een terugkeer vanuit hooge luchtlagen in lagen met normalen luchtdruk plotseling en snel plaats vindt. Dit kan b.v. het geval zijn bij een sprong met een parachute van uit groote hoogte of bij plotseling dalen van uit hooge luchtlagen. Bij vliegeniers komen hierbij nog de invloeden, die de centrifugaalkracht uitoefent en aanleiding kunnen zijn tot een plotseling, doch tijdelijk zwart voor de oogen worden, tot kortdurende bewustzijnsstoormssen en verschijnselen van den kant van het hart en den bloedsomloop.

Ten slotte moeten nog de bij bergbeklimmers op geheel andere wijze werkende invloeden op het inwendige oor en het oog worden genoemd, welke niet met zuurstofgebrek, maar met de speciale eischen bij het vliegen in verband staan.

De hoogte, waarbij bij den mensch bergziekte optreedt, is zeer wisselend. Er zijn menschen, die na hun reis naar een hoog gelegen sanatorium op 1000 m hoogte reeds last hebben van hartkloppingen, slapeloosheid en hoofdpijn, terwijl bij anderen op 7000 m hoogte nog geen polsversnelling aanwezig is en eetlust en slaap nog volkomen normaal zijn. Zoo deelen