DE PHYSISCHE NATUUR VAN DE CORONA DER ZON

de maanschijf geheel omgevenden, stralenvormigen lichtkrans, de corona der zon.

Slechts weinigen is het vergund, de corona der zon met eigen oogen te aanschouwen, want totale zonsverduisteringen zijn betrekkelijk zeldzaam voorkomende verschijnselen; zij komen ongeveer één- tot tweemaal per jaar voor en zijn dan steeds slechts van uit een klein gedeelte van het aardoppervlak waarneembaar, namelijk in een gordel van ongeveer 100 kilometer breedte, waarlangs de kernschaduw van de maan over de aarde loopt. De gedeelten van de aarde, die in dezen gordel liggen, ondergaan een wisseling van licht in duisternis en omgekeerd. Soms is het verloop gunstig, zooals bijv. m het jaar 1936, wanneer de zone der totale zonsverduistering van Griekenland over geheel Azië tot over Japan reikt, soms is het verloop ongunstig, zooals in 1937 het geval zal zijn, wanneer de zone van de totale verduistering, die dan van bijzonder langen duur zijn zal (ongeveer 7 minuten), zich bijna uitsluitend over den Stillen Oceaan zal uitstrekken.

Het spreekt vanzelf, dat de corona der zon sinds onheugelijke tijden de belangstelling trok van astronomen en astrophysici. Het onderzoek van de corona is evenwel slechts betrekkelijk langzaam voortgeschreden, daar de waarneming ervan tot voor korten tijd beperkt bleef tot de weinige minuten, die een totale zonsverduistering duurt.

Men zal natuurlijk onmiddellijk de vraag stellen, waardoor men de corona der zon bij helder daglicht niet zien kan, ook wanneer men bijvoorbeeld de zonneschijf met een daarvoor geschikt diafragma afdekt. De reden daarvan is dezelfde als die, waardoor wij ook de sterren overdag niet kunnen waarnemen: het in de aardatmosfeer verstrooide zonlicht, dus het blauwe hemellicht, is zoo sterk, dat het de sterren en de corona der zon geheel overheerscht. Bij een totale zonsverduistering schakelt de maan zich als afdekkende schijf buiten de aardatmosfeer in de stralengang der zon in en dekt dus ook het anders in de aardatmosfeer verstrooide zonlicht af. Dit is evenwel niet bij elke proef met een kunstmatig aangebrachte afdekkende schijf het geval. Deze moeilijkheid heeft men trachten te omzeilen door de waarnemingsproeven op hooge bergen uit te voeren. Doch al deze