onderzoek van hormonen

behoort wel tot de meest eigenaardige ontdekkingen, die door het hormoononderzoek werden gedaan. De Berlijnsche geleerde, W. Pettersson, is op deze gedachte verder door gegaan en heeft de meening uitgesproken, dat zoowel in het vrouwelijk als in het mannelijk organisme het evenwicht van de inwendige klieren door het voortdurend wisselspel van een mannelijke en een vrouwelijke kracht ontstaat; door het overwegen van een van beide zou dan het geslacht bepaald worden. In ieder levend wezen, ook in het laagst georganiseerde, zouden beide krachten actief zijn.

Dat het hierbij niet slechts om vage vermoedens gaat, is eenigen tijd geleden door een methode van bloedonderzoek bevestigd geworden, welke methode men aanduidt met den naam „interferometrie'' en die te danken is aan de onderzoekingen van de physiologen prof. Abderhalden en prof. Paul Hirsch. De methode berust op het feit, dat door het verschil in lichtbreking van een te onderzoeken oplossing en van een ter vergelijking dienende oplossing zoogenaamde interferentiestrepen ontstaan. Deze zeer fijne optische methode biedt ons binnen bepaalde grenzen de mogelijkheid, stoornissen in de hormoonsecretie dadelijk uit het bloed af te lezen.

Hoewel deze interferometrische methode slechts een begin beteekent, zoo zijn toch door een vergelijking van de resultaten van de interferometrische onderzoekingen met het beeld, dat de patiënten zelf ons geven, meermalen reeds belangrijke punten gevonden, binnen welke grenzen een vreemd geslachtshormoon als tegenwerkende kracht is te beschouwen. Een te geringe hoeveelheid van een bepaald geslachtshormoon beteekent namelijk een ongedekte behoefte en daardoor een onevenwichtige spanning in de werking der beide soorten hormonen. Aan den anderen kant is een te groote hoeveelheid als een ziekelijke, het normale beeld der persoonlijkheid verwoestende en als een voor het lichaam vreemde stof te beschouwen. Met behulp van deze wetenschap kan de interferometrie omtrent de ware oorzaak van vele lichamelijke en geestelijke stoornissen, waarvan ons het wezen niet bekend is, uitsluitsel geven of wel een vingerwijzing voor een doeltreffende geneeskundige behandeling.

Dr. med. phil. Gerhard Venzmer.