ULTRAVIOLETTE STRALEN EN DE OCEANOGRAFIE

dat het bonellina voortkomt uit chlorophyl van algen, dat aan de bonellia (de worm) als voedsel dient en dat dan onder invloed van de spijsverteringssappen een belangrijke omzetting ondergaat. Het resultaat van die omzettingen zou dan bonellina zijn, dat zich dan in het buitenste gedeelte van de bonellia zou vast zetten. Deze verklaring schijnt wel juist te zijn: bonellina vertoont eigenschappen, die sterk overeenkomen met die van phyllo-erythrine, dat ook een porphyrine is en als omzettingsproduct van het chlorophyl in het spijsverteringskanaal van de zoogdieren voorkomt.

Wat is het belangrijke van deze overeenkomst tusschen bonellia en de porphyrinen? Wel, daardoor wordt het leven van de bonellia verklaard, want die porphyrinen zijn in werkelijkheid fluoresceerende kleurstoffen, die ook fotosensibilisatoren zijn.

Een kleurstof, die een fotosensibilisator is, is een kleurstof, waarvan de moleculen zelf niet actief zijn, maar dit worden, wanneer zij bestraald zijn. En deze activeering, die aan de energie van het licht te danken is, kan in sommige gevallen ernstige ongevallen teweegbrengen bij levende organismen, die tegelijkertijd aan de werking van een kleurstof onderworpen zijn, die een fotosensibilisator is en aan den invloed van bepaalde lichtstralen. Hoewel dit niet altijd het geval is, zijn de kleurstoffen, die fotosensibilisatoren zijn, tevens fluoresceerende kleurstoffen. In verschillende gevallen is de werking van den fotosensibilisator aan de fluorescentie gebonden. Wanneer men deze laatste tegenwerkt of doet verdwijnen, dan verdwijnt ook de invloed van den fotosensibilisator.

Een typisch en klassiek voorbeeld van een fotosensibilisator is het volgende. Twee witte muizen worden beide ingeënt met een zelfde hoeveelheid van een porphyrine, het hematoporphyrine, een fluoresceerende kleurstof, die tevens een fotosensibilisator is. De eene wordt in donker gehouden en de andere in het licht. De eerste, die niet aan de lichtstralen blootgesteld is, zal niets bijzonders doen zien. De andere daarentegen zal letselen vertoonen, meer of minder uitgesproken, al naar den graad van bestraling en de dosis van de ingespoten porphyrine: het afsterven der ooren, waterzucht

w. B. I. 1937. 9