INTERNATIONALE BETREKKINGEN

zelf nu bezig ziet met een minder gelukkige politiek te volgen, dan zult gij in ieder van die gevallen niet één of ander daarmede verbonden moeilijk op te lossen probleem zien, maar staatslieden, die teekenen vertoonen van geestelijke ongezondheid. Niet één van deze volken heeft zich in de afgeloopen jaren geplaatst gezien tegenover welke moeilijkheid ook, die dreigde hen te vernietigen, zooals rampen en hongersnooden, die hen dwongen, om voor hun leven te vechten. De middelen, om over onze grieven te spreken en er aan tegemoet te komen, zijn beschikbaar geweest. De moderne naties zijn feitelijk gedreven tot een politiek, die even onnoodig als slecht was, door niets meer of minder dan een ongezonde geestesgesteldheid bij allen, die erbij betrokken zijn — de overwinnaars en de overwonnenen. Iedere deskundige in bevolkingsstatistieken, iedere onderlegde staathuishoudkundige kan aantoonen, dat Italië op het oogenblik tot zekere hoogte gedreven wordt door iets, dat neerkomt op een mystieke cultus.

Dit alles wijst op iets, dat hoog noodig is. Op de geestelijke gezondheid van den modernen burger moet acht geslagen worden, speciaal waar het betreft internationale aangelegenheden. Wij zullen niet in staat zijn, van al dit gevaar af te komen of voordeel te trekken uit de goede economische kansen van de moderne wereld, tenzij ouders en leeraren samenwerken, om onzen geest meer competent te maken voor een nieuwe verantwoordelijkheid en nieuwe werkwijze. Voor het geestelijk welzijn van den burger moet van het eerste oogenblik af zorg gedragen worden met dezelfde waakzaamheid, die wij in verband met zijn lichamelijke gezondheid in acht genomen hebben. Niet gedrild en gedwongen en gekneed naar een of ander bepaald patroon, want dat zou alleen maar willen zeggen, dat wij meer dan ooit geschikt gemaakt worden voor een geestelijken of lichamelijken dood. Integendeel, de kinderen der toekomst hebben verstandige hulp en bevrijding gedurende hun eerste kinderjaren noodig, zoodat zij gemakkelijker toegankelijk zullen zijn voor innerlijke harmonie en in staat zullen worden, om al hun energie te gebruiken, om zich een onafhankelijk oordeel te vormen, in plaats van die energie uit te putten in onbewuste disharmonie binnen in zichzelf, worstelend om uiting te geven w. B. I. 1937. 11