RADIUM, HET ZONDERLINGSTE KIND VAN MOEDER NATUUR

er niet toe geleid had Marie Curie aan het werk te zetten met het opsporen van zijn geslachtsboom. Zoo weinig was van deze nieuwe energiebron bekend, dat haar werking aangeduid werd als „stralen" en evenals Röntgen zijn ontdekking X-stralen genoemd had, werd de radiumuitstraling ter onderscheiding aangeduid als „alpha"-, „bèta"- en „gamma"-stralen. Het algemeene gebruik doet dikwijls meer dan logische redeneering zulke benamingen ingang vinden en deze namen zijn zoo algemeen in gebruik gekomen, dat de geleerden nooit getracht hebben deze te veranderen, ofschoon latere onderzoekingen hebben aangetoond, dat alleen „gamma" een straal was van denzelfden aard als het licht en dat alleen deze onder de radiumuitstralingen een plaats in het spectrum heeft. De zoogenaamde „alpha"en ,,bêta"-stralen bestaan in werkelijkheid uit geladen deeltjes.

De ,,gamma"-stralen van radium gelijken geheel op de X-stralen van de kathodestralenbuis. Stralen van deze soort hebben vreemde eigenschappen. Er zijn vliegen mee bestraald, welke monstruositeiten als nakomelingen voortbrachten. Ze bewerkten dat grape-fruitplanten in vijf weken in bloei kwamen in plaats van in vijf jaar. De bioloog is begonnen dergelijke proeven als de natuurkundige te nemen. Maar terwijl de laatstgenoemde de atoomkernen bestormt om deze te ontleden en zoo de geheimen daarvan te doorgronden, beschiet de eerstgenoemde de cellen van levende weefsels en bewerkt een andere soort van transmutatie. De twee wetenschappen hebben verschillende wegen ingeslagen, maar het is interessant te zien hoe dit zonderlinge kind der natuur, de radioactiviteit, ze weer samenbrengt.

Spreek met een natuurkundige over radioactiviteit en in een paar minuten zal hij het met U hebben over atomen, kernen, electronen, protonen, neutronen en deuteronen. Voor een leek schijnt al dat gedoe over atomen soms verbijsterend en hij is geneigd het in wanhoop op te geven. Er mag wel eens aan worden herinnerd, dat tot aan de ontdekking van het radium de natuurkundige evenveel van den aard van een atoom afwist als onze vriend Democritus, aan wien de eer toekomt de atoomtheorie opgesteld te hebben in de vijfde eeuw v. C. Dalton deed de atoomtheorie herleven,

w. B. I. 1938. 12