MENSCH EN BOSCH IN BRAZILIË

vormige uitloopers en bedekt het de toppen der hoogste serras. Overal elders is het gras, de campo, overheerschend, analoog aan de Argentijnsche pampa.

Hoe zal de mensch zich dien onmetelijken plantenrijkdom, die bosschenweelde ten nutte maken?

Het woud is hier niet de vijand van den mensch, zooals dat vroeger in de gematigde luchtstreken het geval schijnt te zijn geweest; de boschstreken zijn zelfs het eerst bevolkt geworden, niet slechts door de inboorlingen, maar ook door de Europeesche kolonisten. De graslanden, de campos, zijn het laatst door den mensch in beslag genomen en zijn langen tijd het minst bewoond gebleven.

Het woud gaf, om te beginnen, een onmetelijken oogst, een manna, dat men slechts had op te rapen; het leverde ontelbare vruchten. Het is gebleken, dat in het Amazonegebied de dichtst bevolkte streken tevens die waren, waar de bosschen het rijkst zijn aan vruchtboomen: de hoeveelheid fruit bepaalt de hoeveelheid menschen. In sommige gedeelten zijn die vruchten zoo talrijk en groot, dat het geluid, hetwelk zij bij hun hoogen val uit de reusachtige boomen maken, in de stilte van het woud klinkt als een wonderlijk hevig gekraak; ongevallen, door vallende vruchten veroorzaakt, komen veel voor en er zijn Indianen-stammen, die zich van beschermende dakbedekkingen moeten voorzien, om daaronder hun maaltijden te kunnen gebruiken.

In deze streken, waar het klimaat geen verrassingen kent, telt de inboorling de jaren naar zijn herinnering aan de opeenvolgende oogsten. De Indianen en de caboclos leven hoofdzakelijk van vruchten; er zijn maanden, waarin de voeding vrijwel uit niets anders dan de eene of andere vrucht bestaat. Zoo worden b.v. in sommige streken, waar de jaboticaba veel voorkomt, de gezinnen door die vrucht het bosch in gelokt en dan bouwen zij zich in zoo'n jaboticabal een tijdelijke hut om daarin te wonen gedurende den oogsttijd (November en December); in navolging van de Indianen gaan sommige fazendeires (grootgrondbezitters) naar buiten als die vruchten rijp zijn; men noemt ze ook wel de fruta, d.w.z. de vrucht bij uitnemendheid. In Zuid-Brazilië speelt de araucaria een overeenkomstige rol; Saint Hilaire vermeldt