DE ELECTRISCHE ENERGIE VAN ONWEER

nagegaan. Een sterk werkende ventilator bracht een naar boven gerichten luchtstroom teweeg. Door een daarvoor geƫigende droppelinrichting konden waterdroppels van bepaalde grootte in dezen luchtstroom gebracht worden. De metingen gaven dit resultaat. Bij kleinere droppels (van 2.5 mm middellijn) trad zweven op, wanneer de snelheid van den luchtstroom 6.4 meter per seconde bedroeg; bij een snelheid van 8 meter per seconde werden ook de grootste droppels (van 6 mm middellijn) aan het zweven gebracht. Werd de snelheid nog grooter dan 8 meter, dan werden alle droppels naar boven bewogen.

Bij de verdere proefnemingen werden de droppels hel belicht, maar altijd maar voor een oogenblik; de opstijgende luchtstroom was thans niet meer eenvormig, maar sterk veranderlijk, om het stormachtige in een onweerswolk na te bootsen. Bij de belichtingen gedurende een oogenblik traden nu zeer eigenaardige verschijnselen in den waterdroppel op, die door Hochschwender fotografisch werden vastgelegd.

De waterdroppel wordt van onderen door den luchtstroom (of door de luchtstooten) hoedvormig uitgehold; dan wordt het bovenste deel een dun huidje, dat kort daarop door de plotselinge luchtstooten doorboord wordt. Deze luchtstooten nemen de allerkleinste waterdeeltjes, waarin het waterhuidje uiteen gevallen is, mee naar boven, terwijl de achter blijvende, grootere deeltjes meer naar de kanten uit elkaar gerukt worden. De metingen van Hochschwender met een electrometer toonden aan, dat de grootere droppeltjes positieve electrische ladingen bezitten, terwijl de lucht, die er doorheen gestooten is, en de fijnste waterdeeltjes negatieve ladingen vertoonen.

Hochschwender heeft niet alleen het teeken van de electrische ladingen bepaald, die bij het uiteenspatten van de waterdroppels ontstaan, maar ook de orde van grootte ervan. Dit is een bedrag, dat de hoeveelheden electriciteit bij de ontladingen door den bliksem verklaren kan.

Dat inductie-verschijnselen in onweerswolken van grooten invloed kunnen zijn, spreekt vanzelf. Alle waterdroppels spatten toch niet op hetzelfde oogenblik uiteen, maar na