bespeurt ze fouten. In den schijn van het voetlicht is dat anders ....

jn de eerste rij van chansonnières staat M a r i e ■J u b a s. In tegenstelling met Damia koos zij het vroolijke genre. De gezwollen romantiek van Damia, Marie Dubas moet ze niet. Aan haar is alles verve, een overschuimende levensdrift, een humor en een fantaisie, die u meesleepen. En wat een overleg in deze onstuimige dartelheid, in de vaart van deze door haar aictie en mimiek, zang, dans en intonatie opgeroepen beelden. Het publiek van alle rangen geniet deze kunst en wordt niet moe P e d r o, het glansnummer, te eischen. Niet lang geleden bracht ze wat nieuws uit: een liedje van Carco, D o u x C a b o u 1 o t, de genieene kroeg. Marie Dubas is ook prachtig van plastiek, zooals ze met een enkel gebaar, de omhooggestrekte armen, het dansen met den minnaar vermag te suggereeren.

Mistinguett is de fee voor het groote publiek, de gangmaakster en draagster van de groot bezeilde revues.

1 en Cecile Sorel van de Comédie Frangaise drukken naar stempel op dit tijdvak. „Miss" zooals ze kortweg

eet, is en blijft de lievelinge. Het is niet onbescheiden eraan te herinneren dat ze niet jong meer is, integen-

eel. Des te verdienstelijker zoo en forme te blijven, elk een levenskracht en levenslust, en wat een benewegelijkheid. Zij is eigenlijk de eenige, die in zoo'n revue de fut kan houden. Vele anderen hebben het Renteloos beproefd.

'■> wiss is begonnen als sopraantje. Nu zing ik meer, Zegt ze lachend, mezzo-sopraan en soms, ze proest het Ult' bas. Zij geeft den menschen, wat zij vragen: plezier, yergetelheid van zorgen. En ze vergelijkt zich zelf met een vuurpijl. Ze vertelt hoe moeilijk dat is met zoo'n reusachtige veerenbos een hooge trap af te komen, Waarvan de treden zoo smal zijn als de roeden waar in

e kooi de vogels zich op zetten. Gelijk Parijs haar noodig heeft, zoo behoeft zij Parijs. Ze woont op den grooten boulevard vlak bij de Opera en in haar buiten-

uis moet zij de auto's over den weg hooren snorren.

n dan te denken, dat „Miss" Sarah Bernhardt maar eens gezien heeft. Dat was bij een bal in de Opera, net

oen de tooneelspeelster, die niet meer loopen kon, de eeretrap afgedragen werd. „Miss" haastte zich zoo, dat ze voor Sarah plat neer viel ....

oo even werd de naam van Cecile Sorel genoemd. Al

is ze actrice in Frankrijk's eerste theater, ze mag in dit rijtje niet ontbreken. Zij is een soort van nationaal sieraad, de afgezante van Fransche tooneelkunst, een wonder van volharding en toewijding in dien eeredienst aan de eigen, zij het door de jaren niet onaangetast gelaten schoonheid. Dit soort roeping bracht er haar jaren geleden toe op een tentoonstelling te trachten een naar haar ontworpen caricatuur te verbrijzelen. Molière heeft het laten lachen het moeilijkste van de beroepen genoemd. D r a n e m onderschrijft dat ten volle. Hij debuteerde in „Het wachtwoord is snurken" van Courteline. Het dwaze hoedje, dat hem kenmerkt, heeft hij bij toeval bij een uitdrager gevonden. Afgetrapte schoenen hooren erbij.

Charley Chaplin is vóór den oorlog in de Folies Bergères en Olympia opgetreden en Maurice Chevalier is tegenwoordig beroemder door de film dan uit zijn optreden in het Casino de Paris. Zijn „Valentine" bleef zijn meesterstuk!

J'lui demandai son nom, elle me dit Valentine Et comm'elle suivait chaqu'soir la rue Custine Je pris le mêm' chemin.

Met Chevalier moeten St. Graniér, Back en Milton genoemd worden. De Fratellini's zijn nu al tot een heele dynastie uitgegroeid. Paul werd in Sicilië geboren, Francois te Parijs en Albert te Moskou. Louis,een andere broer, is te Warschau gestorven, en in hun omgeving hebben ze veel narigheid gehad. Zij nemen hun vak au serieux en meenen, dat een clown in een circus elk emplooi moet uitgeoefend hebben. Als je jong bent kun je niet clown zijn, zeggen ze: jonge menschen kunnen nog geen caricaturen van de anderen maken. Een clown krijgt van niemand steun. Niemand schrijft voor hem. Wel worden de entrées, dat stramien, van vader op zoon overgeleverd. Daarop moet hij doorborduren. De groote moeilijkheid is de kinderen bezig te houden, die de stemming van morgen uitmaken. Van de in de laatste jaren gestorvenen kent men vooral Gaby Deslys, Yvonne George, Regine Flory, Jenny Golder en de onvergelijkelijke Rastelli. En van de clowns Footit en Litte Titch. Ten slotte moet met een enkel woord de geboorte voor 50 jaar van de Chat Noir, de wereldberoemde Parijsche cabaret herdacht worden, die in 1897 voor goed werd opgedoekt. Zoo gaat het in deze wereld van moderne mythologie.

5