ONS EIGEN TIJDSCHRIFT

HOOFDREDACTEUR GERH. VAN DIJK

ADRES VOOR TOEZENDING VAN ALLE LETTERKUNDIGE, MUZIKALE EN ILLUSTRATIEVE BIJDRAGEN, BEWIJSNUMMERS, RECENSIE-EXEMPLAREN, EN CORRESPONDENTIE: 'S-GRAVENHAGE, LAAN VAN MEERDERVOORT 89.

TEL. 390980.

ADRES VOOR BRIEFWISSELING OVER ADMINISTRATIEVE EN PUBLICITEITSAANGELEGENHEDEN, TOEZENDING VAN BONS, RUILADVERTENTIES, RAADSELOPLOSSINGEN : FIRMA C. J. VAN HOUTEN & ZOON, WEESP, AFDEELING ADMINISTRATIE VAN „ONS EIGEN TIJDSCHRIFT".

INHOUD VAN DIT NUMMER

A. den Doolaard, GENEUGTEN DER SNEEUW: DE „WITTE KUNST" (Geïll.) 0 Jan Verheyen, VAN EEN WON'DRE KERSTNACHT 0 Van den Eeckhout, HEMELSCHE RIJKDOM EN AARDSCHE RIJKDOM (Geïll.) 0 Allan Penning, HET GILDE DER PARIJSCHE „CLOCHARDS" (Geïll.) 0 Helene Swarth, AAN 'T OUD SPINET 0 v. D., „DECEMBER" ... E3

PRIJSWEDSTRIJD VOOR OUD EN JONG: SPREEKWOORDEN-REBUS EN KLEURWEDSTRIJD 0

Mar. den Hertog, IS DE MODE EEN LAST OF EEN LUST? (Met model voor een jurk-patroon) 0 Mr. W. Coops, HANDSCHRIFT EN KARAKTER. (Beoordeeling van acht handschriften van lezers) 0 Wl. Bielkine, ADVERTENTIES IN BEELD 0 VOOR ONZE JONGEREN: Rie Beyer, DE VLIEGTOCHT VAN ST. NICOLAAS (Geïll. door Freddie Langeler) 0 El. Hess-Binger, HET MANNETJE OP DE LEI (Geïll. door Felix Hess) 0 Han Krug, HET KERSTBROOD (Met ill. van den schrijver) 0 KINDERVERZEN van Jeanne Beyer en Anna Sutorius, geïll. door Chr. Damen en A. Gerdes Oosterbeek 0 VOOR DE KERSTVACANTIE. s

DEC UITG.C.J. VAN HOUTEN & ZOON, WEESP i 9 3 1

Geneugten der sneeuw: de „witte Kunst55

DOOR A. DEN DOOLAARD.

IK WAS GAAN ZITTEN OM EEN DEFTIG EN gefundeerd artikel over sneeuw en skitechniek te schrijven. Maar wanneer de „witte kunst" je grootste hartstocht is, lukt zooiets je eenvoudig niet, zoodat de lezer het volgende gelieve te aanvaarden voor wat het is: een reeks snelle impressie's van het sportleven onder en boven de boomgrens van het verrukkelijke winterland.

Allereerst de aankomst in een wintersportplaats, een avontuur op zichzelf. Voor wie gewend is aan de regen in onze lage landen, is de hooge lucht, doorzinderd van zon, een verblindend geluk. De nieuweling is zoo beduusd door het uitzicht op de trotsche witte Alpentoppen tegen den strakblauwen hemel, dat hij van de kou niets merkt, ook al vriest het tien tot vijftien graden. Want dit is een zonnige, droge koude, waartegen men zich heusch niet hoeft te beschermen door vijf truien over elkaar, zooals sommigen nog steeds meenen, vooral wanneer men skiloopen gaat, wat speciaal voor een nieuweling een zéér warme sport is. @ Want het eerste wat hij doet, is vallen en nog eens vallen. Maar dit vallen is niet gevaarlijk en hard; heel anders dan de smakken van iemand die fietsen leert; de eerste glijvluchten door de poedersneeuw eindigen onveranderlijk met een apotheotischen plof, waarbij de artist meestal geheel verdwijnt, zich slechts kenbaar makend door een

skipunt die uitsteekt boven de sneeuw, waaruit hij na een allerbaby-achtigst aandoend geploeter lekker frisch en rozig, en volkomen ontdaan van eventueelen overmoed, verrijst. En wat het wonderlijke is? Hij huilt niet over de kou, hij jammert niet over de sneeuw in zijn nek, maar hij begint opnieuw. Ook al waait het, en ook al ligt de versche sneeuw zoo diep, dat hij bij elke daling een berg sneeuw voor zich uitschuift. De ideale condities: 10 c.M. versche poedersneeuw op een harde, maar niet te harde onderlaag, een graad of tien vorst en veel zon, zijn zeldzaam; en wan¬

neer ze er zijn, heeft de skilooper werkelijk de sensatie, dat hij bij elke wending het paradijs binnenglijdt; maar de sportieve skilooper trekt er bij elke weersgesteldheid op

uit, net zoogoed als de Ski-sporen in de rulle sneeuw.

33