De kinderen zijn in slaap gevallen, de ouderen strekken zich op den grond uit, vrouwen en mannen door elkaar. Het vuur is gedoofd, de flikkerende oliepit werpt lugubere schaduwen en lichten over de wasgeele gelaten. Pijnlijk geronk en gekuch. Een man wiens blaffende hoest voortdurend de ruimte doordavert, rijst weer op, rolt een sigaret, het lichaam smartelijk gekromd, en zoekt verlichting in het rooken. 0 Een korte vraag van mij brengt een nieuw verhaal van ellende, hortend en stootend uitgebracht, tusschen de hoestaanvallen waarin hij dreigt te stikken. Ambulante schoolmeester die de boerenjongens der cortijos les geeft. Bijna blind. Verdient twee pesetas per dag. Vrouw en drie dochters. Kan geen medische behandeling betalen. * *

De volgende dag, toen de regen ophield, gingen wij dus weg. Na tien kilometer scheiden onze wegen. Nieuwe regen brengt mij in den namiddag in een andere herberg, waar een groep herders die „migas" met spek eten, een sensatie van welvaart geven. 0 Het meerdere voedsel laat eenige reserve voor denken, en dus onmiddellijke belangstelling, die zich uit in scherpzinnig-onnoozele vragen over de republiek, en de toekomst der boeren. De illusie van het magische woord „republica" is hier, zooals elders, door de bloedige werkelijkheid, na de „groote" beloften der verkiezingen, grondig vernietigd, maar de hoop op andere tijden leeft in hun vragen. Ook hier, zooals elders, is het traditioneele prentje van de Maagd of het H. Hart, boven de schoorsteen, vervangen door dat van Fermi'n Galan, door „de" republiek tot officieele martelaar bevorderd, maar door de boeren, met die scherpe intuïtie welke het gemis aan kennis vervangt, als de martelaar van „hun" republiek gevoeld. Fermi'n Galan is niet geweest, Fermi'n Galan moet nog komen. 0 De uiterste honger laat geen gelegenheid tot denken: de sterkste politieke belangstelling leeft niet in de werkzoekenden en tot laatste vertwijfeling gedrevenen, doch in de werkende boerenarbeiders en kleine bezitters. De volkomen honger doodt alle rebellie, die herleeft zoodra de maag weer eenigszins verzadigd is. 0 Een vrachtauto brengt mij later naar het dorp, waar ik in het casino der eigenaars beland. Nieuwe gesprekken, die dezelfde resultaten opleveren als elders. De eigenaars hebben niets geleerd, noch begrepen. Ze weten van geen wijken, en kennen geen andere oplossing van den honger dan mausers en kogels. „Wat zouden de armen moeten doen in den winter, als er geen werk is, indien wij ze geen geld leenden?" Loonen van drie en vier pesetas als er werk is, woeker in den winter. 0 De republiek heeft de eigenaars onrustig gemaakt, en van de kalme siësta en spijsvertering beroofd. 0 Maar zij zijn onmachtig zelfstandig te pogen de ellende wat te verzachten, en voor zich zelf erger te voorkomen. Zij zijn in hun houding tenslotte niet conservatief, doch revolutionnair. Iedere maatregel uit Madrid tot verbetering van het lot der arbeiders, saboteeren zij. Hun eenige actie bestaat in het vragen van meer mausers en kogels. En zoo zullen zij tot het laatste hun lot afwachten, fataal, zonder zelfs te zien hoe het nadert. Hun eenigste rust is het schouwspel der groepsgewijs aan elkaar gebonden boeren, die op transport worden gesteld naar de gevangenissen der provincie-hoofdsteden. Opstandige boeren, die zelf den grond in beslag namen en verdeelden, hongerende boeren, die konijnen jaagden

op de jachtterreinen der heeren, of olijven plukten om brood te koopen. 0 De agrarische hervorming, die geen oplossing meer kan brengen, doch die zij uit zelfbehoud moesten steunen, zullen zij op elke wijze saboteeren. Op elke wijze zullen zij iedere poging tot sociale vrede vernietigen en, met mauser en kogel, geweld en intrige, de revolutie der boeren bevorderen. _ 0

Achter de glazen van hun casino's, bewegen zij zich indolent in hun schommelstoelen, uren en uren; drinken tallooze glazen wijn, gokken zwijgend rond de speeltafel, of domineeren, en zoeken de zooveelste oplossing in de zooveelste commissie die den gouverneur moet bezoeken, en meer civiele garde moet vragen. 0 Buiten staan honderden werklooze boeren; in hun ellendige krotten, zonder vuur, zonder eten, huilende kinderen. Buiten staan honderden werklooze boeren, die praten, en plannen maken, absurde revolutionnaire plannen. Boeren die dagelijks in opstand komen, nu hier, dan daar, en door de geweren teruggedreven worden. Boeren die eeuwen gewacht hebben, en aan wie de republiek een plechtige belofte deed. En wier vervulling zij nu met de agrarische hervorming hoopt aan te vangen. Maar de eigenaars achter de glazen, zullen het niet gedoogen. Zij zullen geen stap wijken, en in hun schommelstoelen wachten tot zij met geweld uit hun casino's en bezittingen verdreven worden. 0

Jaén, November 1931.

Een in April te wachten bezoeker: de Griel

DOOR R. TEPE.

EEN ONZER MINST BEKENDE NEDERlandsche vogels, wellicht door de meesten onzer lezers nog nimmer aanschouwd, is wel de Griel, ook wel Doornsluiper genoemd. Alleen door jagers is zij misschien wel eens opgemerkt, vooral door hen die ook vogelliefhebbers zijn en behalve met het geweer ook wel eens met de camera op jacht gaan. In onze Hollandsche duinen komt zij in weinige exemplaren voor, terwijl zij in den trektijd ook wel op onze uitgestrekte heidevelden wordt aangetroffen. 0 Hoe zij er uitziet? Haar vederpakje gelijkt eenigszins op dat van onzen alom bekenden veldleeuwerik. Een roestkleurig grijsachtig tintje vormt de hoofdkleur. Elke veer is echter versierd met een zwartbruine overlangsche streep, terwijl het groote oog gedeeltelijk omzoomd wordt door een helder wit. De witte streep op de vleugels en het wit en zwart van den staart verbreken eenigermate de eentonigheid van het overigens sober gekleurde vederkleed. De pooten zijn geel, evenals een gedeelte van den bek, die aan het einde zwart is. 0 In Zuid-Europa, Noord-Afrika en Midden-Azië komt de Griel veelvuldig voor, doch ook Oostenrijk-Hongarije,

176