VOOR TWEJ5 EEUWEN OP DUIVELAND.

ontheijligers, die haer dagelijks werk op dezelve hebben waergenomen," terwijl een ander gezien was, toen hij des Zondags met veekoopers door de weiden liep en over zijn vetvee onderhandelde. „Soo nu soo dan" hoort de kerkeraad van zeer onstichtelijke dingen, die des Zondags gepleegd zijn, of dat eenige jongelieden „yet aengericht hebben, dat niet al te betamelick is." Nog erger is het, als wij vernemen, dat de dag des Heeren door velen gebruikt werd, om de kroegen met een bezoek te vereeren. En dat dit bezoek vrij druk was en aanleiding gaf tot onbetamelijkheden, blijkt wel het best hieruit, dat de kerkeraad alles aanwendde, om het tegen te gaan. De broeders toch besluiten acht te geven op het tappen gedurende den Zondag bij zekeren Marinusse. De herberg van genoemden waard stond blijkbaar in een slechten reuk. Doch ook een paar andere herbergiers hadden geen besten naam. Willem van Izerloo had op zekeren Zondag een feest in zijne herberg gegeven en „met kaart laeten spelen" '). Doch het was vooral de kroeg van zekeren Philip, die zeer veel kwaad deed, waar veel aanloop was en gruwelijk gedronken werd. In het jaar 1713 ziet de kerkeraad zich dan ook genoodzaakt, tot de plaatselijke overheid het verzoek te richten „dat ergerlike suijpen en swelgen, dat op den dag des Heeren zoo hooglik in de herberg van Philip in swang gaet" te verhinderen. Dit verzoek schijnt echter niet zeer veel te hebben uitgewerkt. Althans een paar jaren later wordt het herhaald en vraagt de kerkeraad wederom, dat de overheid toch „'t drinken op den Sab-

1) Het kaartspel was blijkbaar een geliefdkoosd tijdverdrijf van de gereformeerde vaderen. Men hoort er dikwijls van spreken. Zoo lezen wij o. a. ergens in eene der notulen, dat de »achtwacht door kaartspel den tijd gekort had.