DE MOEDER VAN NAPOLEON t.

als Pulverclampf und Mamelucken — ich sah den Kaiser in der Schlacht bei Austerlitz — hui! wie pfiffen da die Kugeln über die glatte Eisbahn! — ich sah, ich hörte die Schlacht bei Jena — dum, dum, dum — ich sah,

icb hörte die Schlacht bei Eilau, Wagram /' maar

niet minder schoten ons de woorden te binnen op Napoleon aan boord van den Bellérophon:

„Hoe kan een schip zoo rank, Hoe kan een enkele plank Hem torschen, die heel d' aard Tot zinkens heeft bezwaard."

Als achtergrond verscheen voor ons de val van Napoleon III en stemden wij met des dichters woorden in:

„Hier viel, getroffen door een bliksemstraal, Geen Aadlaar uit de lucht, als de eerste maal Alleenlijk is van zijn te hoogen paal Zijn Beeld gevallen."

Te midden van de talrijke grafmonumenten op Pèrela-Chaise maakten vooral twee opschriften op ons een blijvenden indruk. Het eene van Ney door zijn soberheid, het andere van Larrey door de woorden, die de groote Keizer te St. Helena aan den beroemden geneeskundige wijdde.

Is het te verwonderen, dat, toen voor eenigen tijd ons een boek van den beroemden zoon van „le vertueux Larrey" werd aangeboden, wij dit gretig begonnen te lezen, te meer daar het een levensbeschrijving bevatte van de moeder van Napoleon I?

Het lezen van dit boek viel ons, wat den vorm betreft, niet mede, en ter wille van den inhoud moesten wij ons soms geweld aandoen. Toen wij ten slotte de twee lijvige