HET SYMBOLUM APOSTOLICUM.

zal moeten erkennen, dat het Symbolum Apostolicum niet het symbool der oudste Kerk is. Dan echter wordt hij die niet staat op het standpunt der Duitsche ProtestantenVereins-Correspondenz voor eene moeielijke keuze gesteld. De genoemde Corresp. zegt van de confessies: „Het zijn gedenkwaardige documenten van een voorbijgegaan tijdperk der Christelijke Kerk." Maar wie dit standpunt in strijd acht met de idee eener belijdende Kerk en voor het geloof eene door de Kerk overgeleverde belijdenis noodzakelijk acht, zal moeten kiezen tusschen het Symbolum Apostolicum der Gallische Kerk en het oude Roomsche symbool. Ja, de vraag moet worden gesteld, of eene Protestantsche Kerk welke aan de traditie, maar alleen aan de traditie der eerste eeuwen, gezag toekent, niet verplicht is terug te keeren tot de doopbelijdenis der 2" eeuw.

Een trelfend pleidooi voor dien ouden vorm heeft Dr. Kattenbusch gehouden. Hij meent het recht te hebben, dien uit het Nieuwe Testament te verklaren. Naar zijne meening was het de prediking van Paulus, die in de overlevering te Rome nawerkte. „Immers kan men van te voren verwachten, dat specifiek paulinische gedachten, laat ons zeggen, dat de omtrekken der paulinische prediking in eene Kerk als die te Rome bewaard zijn gebleven en omstreeks den tijd, toen het symbool werd opgesteld, nog in de herinnering hebben voortgeleefd" (t. a. p. bl. 15). Verder dan Kattenbusch gaat evenwel Harnack. Hij verklaart het oude symbool uit de gegevens welke door de Dogmengeschiedenis worden aan de hand gedaan. Hij vraagt niet: hoe moet eenig artikel volgens het Nieuwe Testament worden verstaan, maar: wat beteekenen de uitdrukkingen in den mond der oude Christenen. Indien zijne kritiek beperkt ware gebleven tot de 8 bijvoegingen, zou men niet zoo verontwaardigd