KRONIEK.

dam", „Nederland en Oranje" en „de Katholieke kiesvereeniging".

De heer Bos zou geene keurige rede houden; hij was werkman.

Er was reeds zoo dikwijls door dezen en genen beloofd om verbetering te brengen en toch nog werd de middenstand van dag tot dag gedrukt door belastingen en opcenten (applaus.)

Spreker sprak daarna over de Universiteit. Spr. kwam tot de conclusie dat de middenstand gedrukt, het schoolgeld verhoogd werd en dat de rijke lui er tusschen uit trokken. {Applaus, bravogeroep.)

Nadat de voorzitter herhaalde malen tot stilte had aangemaand, werd dezen spreker eindelijk het woord ontnomen.

De heer Vermeer bestreed de candidatuur Schölvinck, die zich tegen openhaar onderwijs had verklaard; toch werd er nog te weinig onderwijs gegeven.

De onderwijzers zouden weten wat ze aan den heer Schölvinck zouden hebben, wijl zij volgens hem niet voor hunne opinie zouden mogen uitkomen.

Willen vragen had spreker, of de heer S. voor kindervoeding was, doch nu hij zich reeds tegen openbaar onderwijs verklaarde , zou de heer S. wel antwoorden, dat dit aan particuliere liefdadigheid moest overgelaten blijven.

Spreker kwam nu tot een meer persoonlijk feit van den heer Schölvinck en wel de meerbesproken verdediging voor de rechtbank van een jongen door den heer S., zoodat spreker vragen moest, of men aan iemand, die niet eens een kleinen jongen kon verdedigen, de belangen der gemeente kon laten behartigen.

Een hevig applaus, gemengd met gefluit ontstond thans; geroepen werd: „beleedig hem niet, [anders ga je er af;" verschillende andere stemmen: „er af, er af!"

De voorzitter stemde onder hevig gehamer toe, dat de heer Vermeer zich uitdrukkingen veroorloofde, die niet in eene parlementaire vergadering thuis behoorden.

De heer Vermeer herhaalt, na de herstelling der orde, dat hij alleen woorden van anderen weergeeft.. . .