DE 78**6 VEEGADER1NG VAN DE ALGEMEENE SYNODE

Wij spraken daar van de kerkvisitatie.

Het heeft in de laatste jaren de aandacht der Synode getrokken, en in de rapporten, over deze aangelegenheid uitgebracht, is er ernstig op gewezen, dat de kerkeraden het zich met het beantwoorden der hun voorgelegde vragen waarlijk al te gemakkelijk maken.

Men leze slechts wat dienaangaande voorkomt in de Handelingen der Synode van 1891 en 1892!

Ook dit jaar was de Commissie ad hoe vol klachten en zeer onvoldaan. Men kan 't zich voorstellen, dat meer dan eens gezegd werd: „beter geen kerkvisitatie dan zulk eenen.

Wat aanstoot geeft is niet alleen „de leugen", de onwaarachtigheid, die men hier (het valt niet te loochenend waarnemen kan, maar ook de slordigheid, de geringschatting, de afwezigheid van allen ernst. Men „maakt er zich af." Er was dan ook een voorstel ingekomen, om de vragen, welke bij de kerkvisitatie gedaan worden, te wijzigen, en ze meer in bijzonderheden te doen afdalen. Zelfs was bij de Synode een geheel stel vragen ingediend, die niet zonder verdienste waren.

Het heeft echter der vergadering goed gedacht, aan de Synodale Commissie op te dragen de kerkvisitatie in haar geheel aan een herziening te onderwerpen, en dienaangaande de Synode des volgenden jaars te dienen van advies.

Er is veel te zeggen voor het denkbeeld van de benoeming van Superintendenten, of hoe men die waardigheids-bekleeders noemen wil. Het blijkt, dat er in de kerk meer gezag moet wezen, en meer toezicht. De „gebreken en leemten," welke nu de kerkvisitatie aan het licht brengt, zijn volstrekt niet een getrouwe weerkaatsing van menigen misstand, en vele verkeerdheden, aan welker bestaan niet te twijfelen valt. Gaat het aan,