JOHN. G. PATON.

dienst der zending was 't in zijn hart gelijk ons lied (Gez. 249) zegt:

Het ga ten leven, 't ga ten doode

Hem klopt ons hart, Hem looft ons lied. Hij, die zich wijdt tot hemelbode

Hij rekent op deez' aarde niet. Er wacht een haven ons na 't zwerven:

Wij ankren in der eenwen Rots, Zoo w' üw gemeenschap nimmer derven,

O eerst' en grootste Zendling Gods!

De stem, die fluistert in onz' ooren

Gelijk der Englen harpgezang, Is waard, dat wij haar dankend hooren,

Dat wij haar volgen levenslang. Hier werd nog nooit een hart bedrogen:

De hoop maakt sterk, 't geloof verwint; Het doel blinkt heerlijk in onz' oogen

Ook waar de weg in nacht begint.

Straks roept de Heer zijn welbeminden

In 't licht van d' eeuwgen zonneschijn: Daar zullen wij elkaar hervinden,

En zonder einde zamen zijn; Dan wacht ons kalmte na d'orkanen,

De palm na 't zwaard, de kroon na 't kruis, En na het pelgrimspad der tranen

De blijde rust in 't Yaderhuis.

De geschiedenis van onzen zendeling is evenwel nog niet ten einde. Het mooiste moet nog komen. Het mooiste is — de beheering van Aniwa.

Aniwa behoort ook tot de nieuwe Hebriden. Het is kleiner dan Tanna en ligt ten oosten van dat eiland. Het water wemelt er van visschen en de walvischvangst

59