SLAPPE TUCHT IN DB 17de EEUW.

21

het zal den broederen ook wel eens verveeld hebben, altijd zich met dezen man te moeten bezig houden, hoewel zij anders niet te klagen hadden over gebrek aan afwisseling, daar zeer velen hunner nu en dan wel eens de eentonigheid, die door dat altijd aan de orde zijn van de zaak van Cancrinus, dreigde te ontstaan, verbraken door zich maar eens schuldig te maken aan dronkenschap of andere zonden en zoo aan de Classis wat te doen te geven. Niettegenstaande het, na deze vernieuwde aanklacht, „seer dienstig geoordeelt (werd) die zaak door gecommitteerden te ondersoeken", schijnt men er zich toch maar wat van afgemaakt te hebben, want van een rapport door die gecommitteerden uitgebracht of een oordeel door de Classis geveld naar aanleiding dezer klacht, melden de acta niets, en anderhalf jaar lang werd weer het zwijgen over Ds, Cancrinus bewaard. ')

Deze schijnt door al het voorafgegane niet wijzer geworden te zijn, noch voorzichtiger. Immers toen in de Classicale vergadering van 1 April 1695 tegen het einde der samenkomst censura morum gehouden zou worden, bleek bet, dat er „niets van veel belang voorgecomen [was] als alleen de onordentelijke conduite van D. Wernerus Cancrinus, tgeen van den E. Classis werd ad notam genomen.'' 2)

In eene der volgende vergaderingen der Classis, in welke de zaak behandeld had moeten worden, was Cancrinus natuurlijk weer niet tegenwoordig, zoodat de behandeling uitgesteld en Cancrinus nog eens tegen de eerstvolgende samenkomst geciteerd moest worden." 3) 't Begon er veel op te gelijken, dat hij een loopje met de Eerwaardige Broederen wilde nemen.

1) Acta Class. Leov 9 Oct. 1693. art. 8.

2) Acta Class. Leov. 1 April 1695. art. 10.

3) Acta Class. Leov. 3 Junij 1695. art. 3.