126

INVOERING DER NIEUWE PSALMBERIJMING

derland ter vergadering van hunne Hoog Mogenden; en Mr. Thomas Hoog, Raadsheer in den Hoogen Raade , wegens Holland, Zeeland en Friesland; en van wege Holland en West-Friesland, Commissaris Politiek in de Synode van Zuid-Holland, welke Heeren tot hunne amanuenses aanstelden: Mr. Jacob Visser en Mr. Pieter Leonard van de Kasteele, beide Advokaten voor de Hoven van Justitie te 's Gravenhage.

Nadat deze Heeren commissarissen van hunne Hoog Mogenden op den 17den December 1772 een bepaald voorschrift hadden ontvangen, tot het inrichten en besturen der psalmkeuze, werd dit zoolang gewenscht werk in het begin des volgenden jaars ter hand genomen, en in 121 bijeenkomsten ten einde gebracht.

Bij de eerste zitting op 12 Febr. 1773, werden de negen afgevaaardigde predikanten, door een der amanuenses de bovenachterzaal van het Prins Mauritshuis binnengeleid, en begroetten eerbiedig de Heeren Commissarissen , die reeds in hunne eergestoelten gezeten waren. Elk nam daarna zijn plaats, naar den rang der Provinciƫn, van welke hij was gezonden. In tegenwoordigheid van een menigte van de deftigste burgers, die saamgevloeid waren om de opening dezer kerkelijke vergadering bij te wonen, deed Johannes van Spaan als leeraar der Hofstad, het gebed ter inwijding. :) Daarna hield de Heer Baron van Lijnden tot Hemmen een sierlijke aanspraak, waarin hij bemoedigende vooruitzichten opende, die alles goeds van deze onderneming deed hopen,-

1) Dit gebed is te vinden op bl. 337 van het 1ste deel der kerkelijke historie van het Psalmgezang der Christenen door Josua van Iperen 1777, van welk werk in 2 deelen 1000 pag. door den opsteller van dit stuk is gebruik gemaakt.