LEONAEDO DA VINCI EN MICHEL ANGEZO.

163

vader van den hertog dien hij diende, zou opgericht worden, en schilderde er zijn wereldberoemd avondmaal waarover ik straks wil handelen. Ook richtte hij te Milaan een kunstakademie op, de eerste van dien aard in Europa, en in hoofdzaak overeenkomend met onze tegenwoordige kunstakademies. Wel bestonden er vóór hem schildersgenootschappen te Florence en elders, waarvan men door betaling van een geldelijke bijdrage lid werd, welk lidmaatschap zekere voorrechten opleverde en tot onderlingen steun verplichtte, met St. Lukas tot patroon, omdat deze evangelist de eerste zou geweest zijn die een madonna geschilderd heeft; maar Da Vinei stichtte te Milaan een schbol, en het schijnt dat hij zelf aldaar als een professor in de aesthetiek aan zijn menigvuldige leerlingen college gaf.

Van zijn leerlingen gewagende, onderwelke Luini wel de voornaamste is, wil ik hier ook even op Corregio de aandacht vestigen, van wien men altijd gezegd heeft, dat hij heel zijn wonderbaar talent, uit zich zeiven alleen ontwikkeld zou hebben, maar die in de hem eigen fijnheid van behandeling zóóveel overeenkomst met da Vinei vertoont, dat het bijna waarschijnlijk wordt, dat ook hij het onderwijs van dezen meester genoten, of den minsten zich naar hem gevormd heeft. Zijn woonplaats Parma, tusschen Milaan en Venetië, maakt het geenszins onmogelijk. De Venetianen, om hun koloriet beroemd, en Correggio om kleur en teekening beide — zijn uit de school van Da Vinei geboren.

Zoo zal dan, onder het les geven van Da Vinei, dat hoogstverdienstelijk „traktaat over de schilderkunst" zijn ontstaan, waarop wij later nog terugkomen. De beste bladzijden er van zijn te Milaan geschreven.

Behalve dit dagelijksch werk in zijn kunstschool moest hij ook den hertog en zijn hof te wille zijn bij al de