242

KERKELIJKE OF KERKGENOOTSCHAPPELIJKE ZENDING ?

de menschen gegeven is, door welken wij moeten zalig worden dan die van Hem, in wiens naam eenmaal alle knie zich buigen zal. Daarom dan ook, Christus, Christus alleen, Christus voor allen, maakten zij bekend als den eenigen Zaligmaker, en wie van harte geloofde, dat Hij de Zone Gods, de Zaligmaker van zondaren was, dien was het geoorloofd den doop te ontvangen, als teeken en zegel der inlijving in de gemeente der Heeren. Indien gij met uwen mond zult belijden den Heere Jezus en met uw hart gelooven, dat Hem God uit de dooden heeft opgewekt, zoo zult gij zalig worden (Rom. 10:9); dit was de eisch en de belofte van het eenvoudig Evangelie, dat Paulus predikte en hij dankte daarbij den Heer, die hem bijgestaan en bekrachtigd had, opdat men door hem ten volle zou verzekerd zijn van de prediking en alle Heidenen dezelve zouden hooren (2 Tim. 4: 17). Zich voorgenomen hebbende niets te weten dan Jezus Christus en dien gekruisigd, was het der apostelen doel niet, den heidenen een ander juk op te leggen, maar hun bekend te maken de vrijheid, voor welke Christus hen vrij had gemaakt, hen in te leiden door het geloof in de gemeente des Heeren. 't Is waar, daar stonden ook onder de eerste Christenen sommigen op, die nog iets anders bedoelden, dan zielen te winnen voor den Heer, die nog iets anders wilden weten dan den gekruisigden Christus; maar hun bedrijf wordt met alle beslistheid afgekeurd als gekant tegen de waarheid van het Evangelie en zij zeiven worden vorgesteld als ingekropene valsche broederen, die van bezijden ingekomen waren om te verspieden der anderen vrijheid, die zij in Christus Jezus hadden, opdat zij hen zouden tot dienstbaarheid brengen (Gal. 2:4, 5). 't Is waar, daar waren al zeer spoedig in de Corinthische gemeente, en elders misschien ook, die om namen van menschen zich vereenigden en naar Paulus of Apollos of